7 Inbedrijfstelling
7.3
Procedure voor inbedrijfstelling met smartphone
Afb.89
7.4
Procedure voor inbedrijfstelling zonder smartphone
Opgelet
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkende installateur.
1. Stel de parameters CN1 en CN2 in. De waarden zijn te vinden op de typeplaat van de hydraulische module. Ze staan ook in
de onderstaande tabel.
De parameters CN1 en CN2 informeren het systeem over het vermogen van de buitenunit. Ze kunnen worden gebruikt
om de parameters te preconfigureren op basis van de configuratie van de installatie.
Deze parameters zijn ook toegankelijk na ingebruikstelling:
Toegangspad
>
Installateur > Menu 'Geavanceerd' > Configuratiecode instellen > EHC–15
2. De hydraulische module start zijn ontluchtingscyclus.
3. Selecteer Land en taal.
4. Configureer Datum en tijd.
5. Configureer de functie Autom. zomertijd.
6. Selecteer Bevestigen om de instellingen op te slaan.
7. Selecteer het type gas:
1 - Aardgas
2 - Vloeibaar propaangas (G30-G31)
8. Selecteer of er een automatisch vulapparaat in het systeem is en de gewenste vulmodus.
9. De ontluchting van de verwarmingsketel start automatisch als de stroom wordt toegevoerd. Tijdens de werking toont het
display de functieverloopbalk en de druk van het verwarmingscircuit.
10. Wacht aan het einde van de ontluchtingsfunctie vijf minuten en start vervolgens de kalibratiefunctie.
11. Controleer of stel de parameter Lange WP-leiding (HP159) in. Geef aan of de lengte van de koudemiddelaansluitingen
groter is dan 10 meter.
Als de parameter Lange WP-leiding (HP159) niet correct wordt ingevoerd, kan dit een aanzienlijk nadelig effect hebben
op de prestaties.
De parameter Lange WP-leiding (HP159) is toegankelijk via het volgende toegangspad:
Toegangspad
>
Installateur > installateurscode > Systeeminstallatie > Warmtepomp > Geavanceerd
Belangrijk
De functies die automatisch worden geactiveerd tijdens de eerste ontstekingswizard kunnen handmatig worden
geactiveerd via het menu "Inbedrijfstelling" en zijn toegankelijk met de installateurscode.
Zie ook
Automatische vul-/bijvulunit configureren, pagina 74
96
ELGA ACE ALL-IN-ONE
Opgelet
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkende
installateur.
Voor de inbedrijfstelling en configuratie van de installatie via de Remeha
Smart Start App smartphone-app moet een Bluetooth
stand gebracht worden tussen de smartphone en de binnenunit van de
®
installatie. Bluetooth
verbinding is alleen mogelijk als de servicetool
GTW-35 of als alternatief GTW IoT op de binnenunit is aangesloten, zoals
beschreven in het hoofdstuk "Aansluiting voor service (SERVICE)".
1. Download de Remeha Smart Start App app via Google Play of de App
Store.
®
2. Activeer Bluetooth
in de parameters van de smartphone.
3. Open de app.
4. Volg de instructies van de applicatie op de smartphone voor
ingebruikstelling en configuratie van de verwarmingsinstallatie.
Zodra de procedure is afgerond, is uw installatie volledig geconfigureerd.
®
U kunt de Bluetooth
van het apparaat deactiveren.
®
aansluiting tot
7868458 - 03 - 13062024