7 Inbedrijfstelling
4. Start de meting van het waterdebiet in het circuit in de verwarmingsmodus:
Signaal
Debietmeter
AM056
5. Zet het doeldebiet op de waarde DebietmeterAM056 door afstelling van de drukgestuurde bypassklep.
Drempeldebiet
Gewenst waterdebiet
Belangrijk
Als het debiet daalt tot onder het drempeldebiet, verschijnt het Debiet waarschuwing waarschuwingsbericht op het
hoofdscherm.
Zie ook
Lijst van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden, pagina 150
7.6
Laatste instructies voor de ingebruikname
1. Controleer of de volgende installatiecomponenten correct ingeschakeld zijn:
Pomp
Buitenunit
Verwarmingsketel
2. Controleer het debiet in de installatie. Dat moet boven de minimumdrempel zijn.
3. Controleer de instelling van de temperatuurbegrenzer, bijvoorbeeld de thermostatische mengklep (voor de productie van
sanitair warm water).
4. Controleer dat er geen lekken in he koudemiddelcircuit zijn.
5. Schakel de warmtepomp uit en voer de volgende handelingen uit:
Ontlucht de cv-installatie na circa 10 minuten.
Controleer de waterdruk op de gebruikersinterface. Indien nodig: vul de cv-installatie bij met water.
Controleer het vervuilingsniveau van het filter/de filters op de hydraulische module en op de installatie. De filter(s)
eventueel reinigen.
6. Start het toestel opnieuw.
7. Leg de werking van de installatie uit aan de gebruiker.
8. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
7.7
Controle van de verbranding
7.7.1
Verbrandingsparameters
Afb.90
Type adapters — rookgasmeetpunt
Ø 100
Ø 60
A
B
A
98
ELGA ACE ALL-IN-ONE
Beschrijving
Waterdebiet in het systeem
Unit
l/min
l/min
Ø 80
Ø 80
B
A
A
7 cm
BO-0000220
AWHP2R 4 MR AWHP2R 6 MR
7
12
De ketel is voorzien van twee speciale meetpunten voor het meten van het
verbrandingsrendement en het controleren van het zuiverheidsgehalte van
de rookgassen. Het ene meetpunt is aangesloten op het uitlaatcircuit van
het rookgas (A), dat wordt gebruikt voor het detecteren van het
zuiverheidsgehalte van de rookgassen en het verbrandingsrendement.
Het andere meetpunt is aangesloten op het inlaatcircuit voor
verbrandingslucht (B), dat kan worden gebruikt voor recirculatie van
rookgassen bij het gebruik van concentrische leidingen. De volgende
parameters kunnen worden gemeten tijdens het gebruik van de op het
rookgascircuit aangesloten meetpunt:
de temperatuur van de rookgassen;
de zuurstofconcentratie (O
de koolmonoxideconcentratie (CO).
De temperatuur van de verbrandingslucht moet gemeten worden via het
contact dat aangesloten is op het luchtinlaatcircuit (B), waarbij de
meetsonde circa 7 cm moet worden ingebracht. Meet het CO
en de rookgastemperatuur op het rookgasmeetpunt. Ga hiervoor als volgt
te werk:
Schroef de dop van het rookgasmeetpunt (op de rookgasadapter) los.
AWHP2R 8 MR
7
7
18
24
) of koolstofdioxideconcentratie (CO
2
7868458 - 03 - 13062024
);
2
/O
-gehalte
2
2