Waarschuwing
De verwarmingsleidingen moeten volgens de geldende voorschriften worden geïnstalleerd. De afvoerpijp van de
veiligheidsklep en de condensafvoerleiding mogen niet gesoldeerd worden. Gebruik de meegeleverde flexibele
buis. Voer eventuele laswerkzaamheden uit op voldoende afstand van het toestel of vóór het installeren. Plaats
onder de overstortklep een afvoer naar het riool van het gebouw.
Afb.39
2
G3/4"
1
Ø22
1 Verwarmingsketelfittingen
Tab.39
Circuit
Directe verwar
ming
A
Radiatoren
Vloerverwarming
7868458 - 03 - 13062024
1
1
Ø15
Ø15
Uit te voeren aansluitingen
Installeer de twee meegeleverde afsluiters.
Als er een extern expansievat vereist is, monteert u deze tussen de binnenunit en
de afsluiters.
Installeer een automatische ontluchter op het hoogste punt van het verwarmingscir
cuit.
Als alle radiatoren thermostaatkranen hebben, moet een drukgestuurde bypassklep
gemonteerd worden om de aanvoer te waarborgen.
In geval van standaardkranen moet een radiator permanent geopend zijn zodat het
water kan circuleren en om voor een minimumdebiet te zorgen.
Gebruik een mechanische drukmeter op de verwarmingsretourleiding (meegeleverd
bij bepaalde modellen; optie HK419).
Installeer de twee meegeleverde afsluiters.
Als er een extern expansievat vereist is, monteert u deze tussen de binnenunit en
de afsluiters.
Installeer een automatische ontluchter op het hoogste punt van het verwarmingscir
cuit.
Sluit een veiligheidstemperatuurbegrenzer (optie HA255) aan.
Sluit een veiligheidstemperatuurbegrenzer aan.
Als de vloerverwarming ook een koelfunctie heeft, adviseren we u het volgende aan
te sluiten:
een condensatiedetectiesensor (optie HK27)
of een 0-10 V condensatiedetector (optie HZ64).
of een condensatiedetectiesensor
of een 0-10 V condensatiedetector.
LIQ
1/4" / 3/8" FLARE
2
G1"
1
Ø22
Ø15
2 Hydraulische modulefittingen
6 Installatie
GAS
5/8" FLARE
2
2
BO-7850057-20
ELGA ACE ALL-IN-ONE
53