1.6
Aanbevelingen voor de installatie
Installatie
Bewaar dit document dicht bij de plaats waar het toestel is geïnstalleerd.
Installeer de binnenunit van de warmtepomp in een vorstvrije binnenruimte.
Installeer de warmtepomp niet in een ruimte waarin een hoog zoutgehalte heerst.
In kustgebieden kunnen de zoute lucht of sulfaatgassen in het milieu corrosie veroorzaken waardoor de
levensduur van de warmtepomp verkort kan worden.
Installeer de warmtepomp niet in een ruimte die blootgesteld is aan stoomdamp en verbrandingsgassen.
Installeer de warmtepomp niet op een plaats die met sneeuw bedekt kan worden.
Installeer de binnen- en buitenunits van de warmtepomp op een stevige, stabiele structuur die het ge
wicht ervan kan dragen.
Isoleer de leidingen om warmteverliezen tot een minimum te beperken.
Breng koelolie aan op de gerilde delen om het vastdraaien te vergemakkelijken en de afdichting te verbe
teren.
Breng geen wijzigingen aan de warmtepomp zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Om te profiteren van de garantiedekking mogen er geen wijzigingen aan het toestel worden aangebracht.
1.7
Aanbevelingen voor gebruik
Bediening
Zorg ervoor dat de binnenunit en de buitenunit te allen tijde toegankelijk zijn.
Controleer regelmatig de hydraulische druk van de cv-installatie.
Raak radiatoren niet langdurig aan. Afhankelijk van de toestelinstellingen kan de temperatuur van de ra
diatoren hoger dan 60 °C worden.
Schakel de warmtepomp niet uit. De vorstbeveiligingsmodus werkt niet als de warmtepomp is uitgescha
keld.
Als u uw huis langdurig niet hoeft te verwarmen, schakelt u de verwarmingsfunctie uit of activeert u de
vorstbeveiligingsmodus. Zie het hoofdstuk Bedrijfsmodus selecteren.
Tap de installatie niet af, tenzij dit absoluut nodig is, bijvoorbeeld bij het verwijderen van de installatie. Zie
het hoofdstuk Buitenbedrijfstelling en verwijdering.
Geef de voorkeur aan de UIT-modus of de vorstbeveiligingsmodus in plaats van het systeem helemaal
uit te zetten, zodat de volgende functies blijven werken:
Antiblokkeringsfunctie van pomp
Vorstbeveiliging
Verwijder of bedek nooit de etiketten en typeplaten die op apparaten zijn geplakt. De etiketten en type
platen moeten tijdens de hele levensduur van het toestel leesbaar blijven.
Vervang onmiddellijk beschadigde of onleesbare instructies, waarschuwingsstickers of typeplaten.
Als het noodzakelijk is om de warmtepomp bij langdurige afwezigheid uit te zetten, laat het systeem dan
leeglopen ter voorkoming van vorstschade.
Breng geen wijzigingen aan de warmtepomp zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Om te profiteren van de garantiedekking mogen er geen wijzigingen aan het toestel worden aangebracht.
De verwarmingsketelbeveiliging is slechts een beveiliging voor de verwarmingsketel en niet voor de ge
hele installatie.
7868458 - 03 - 13062024
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
ELGA ACE ALL-IN-ONE
11