3.
Controleer de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord.
Controleer de SSID (1) en het Wachtwoord (2) die op het
camerascherm worden weergegeven.
Als u een Wi-Fi-verbinding wilt maken met behulp van een access
point, drukt u op de knop <
gebruikte verbindingsmethode.
• Verbinding maken via WPS (
• Handmatig verbinding maken met gedetecteerde netwerken (
• Handmatig verbinding maken door details over het access point op
te geven (
4.
Installeer de printer.
Selecteer in het Wi-Fi-instellingenmenu van de printer de SSID die u
hebt gemarkeerd.
Voer als wachtwoord het in stap 4 gecontroleerde wachtwoord in.
>. Volg de instructies voor de
,
)
615
)
)