6) Richtingaanwijzer-
schakelaar
Deze schakelaar schakelt de richting-
aanwijzers in.
vmo2008-018-021_b
1. Richtingaanwijzerschakelaar
Om de richtingaanwijzers aan te zet-
ten drukt u op de linker- of rechterscha-
kelaar, afhankelijk van de gewenste
richting. Zet de schakelaar terug in het
midden na afloop van uw manoeuvre.
De richtingaanwijzerschakelaar kan
ook halfweg naar weerszijden worden
geduwd om de richtingaanwijzers in
te schakelen. De lichten knipperen zo-
lang de knop in die stand wordt gehou-
den. De lichten worden uitgeschakeld
als de knop wordt losgelaten.
7) Motorstopschakelaar
Deze schakelaar dient om de motor stil
te leggen en als noodstopknop.
Om de motor stil te leggen laat u de
gashendel helemaal los en gebruikt de
motorstopschakelaar.
Iedereen die dit voertuig bestuurt
moet leren hoe de motorstopschake-
laar functioneert door deze meermaals
te gebruiken bij de eerste rit en daarna
telkens wanneer de motor wordt stil-
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING
gelegd. Deze uitschakelingsprocedu-
re wordt een reflex zodat bestuurders
klaar zijn om deze te gebruiken in geval
van nood.
vmo2008-018-021_a
STANDEN VAN DE
MOTORSTOPSCHAKELAAR
1. Motorstopschakelaar
2. UIT (OFF)
3. RIJDEN (RUN)
4. Puntlijn
8) Claxonknop
Deze knop dient om te claxonneren.
vmo2008-018-021_c
1. Knop voor de claxon
_______________
61