3
5
Koelapparaat in
OPMERKING!
gebruik nemen
Iedere keer voor inbedrijfname van koelapparaat controleren of er voldoende koel-
middel in het koelapparaat aanwezig is en dat het koelmiddel niet verontreinigd is.
OPMERKING!
Tijdens de laswerkzaamheid de doorstroming van koelmiddel met regelmatige tus-
senpozen controleren.
In het koelmiddelreservoir moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
De stroomvoorziening van het koelapparaat komt via de stroombron tot stand. Als de
netschakelaar van de stroombron in stand - I - is geschakeld, begint ook het koelappa-
raat te werken.
36
4
2