Inhoudsopgave
Advertenties
Verplaatsen
7
Verplaatsen
De volgende teksten vervangen het hoofdstuk Verplaatsen in de
gebruiksaanwijzing.
7.1
Verplaatsen van de patiënt binnen ziekenhuis met
uitgeschakelde warmtetherapie
De volgende hoofdstukken zijn gewijzigd.
7.1.1
Overzicht van verplaatsen van de patiënt binnen ziekenhuis met
uitgeschakelde warmtetherapie
De patiënt kan in het apparaat in een gebouw van het ziekenhuis, bijvoorbeeld van
de verloskamer naar de neonatologie afdeling, worden vervoerd. De
warmtetherapie wordt gedurende tijd onderbroken. De patiënt wordt niet actief
voorzien van warmte, bevochtigde lucht of zuurstof.
De gebruiker draagt de verantwoordelijkheid voor het verplaatsen van patiënten
binnen het ziekenhuis en moet zorgen voor het volgende:
– De gezondheidstoestand van de patiënt is geschikt voor het verplaatsen van de
patiënt binnen het ziekenhuis.
– De lichaamstemperatuur van de patiënt wordt bewaakt met een externe
temperatuursensor.
Tijdens het verplaatsen binnen het ziekenhuis daalt de luchttemperatuur in het
patiëntcompartiment afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Voorbeelden voor een omgevingstemperatuur van 23 °C (73,4 °F):
– De ingestelde luchttemperatuur in het patiëntcompartiment bedraagt 35,1 °C
(95,2 °F): Na het uitschakelen van het apparaat daalt de luchttemperatuur in het
patiëntcompartiment na 10 minuten met 1,4 °C (2,5 °F).
– De ingestelde luchttemperatuur in het patiëntcompartiment bedraagt 35,1 °C
(95,2 °F): Na het uitschakelen van het apparaat daalt de luchttemperatuur in het
patiëntcompartiment na 20 minuten met 2,0 °C (3,6 °F).
Voer de volgende voorbereidingen uit om warmteverlies tijdens het verplaatsen van
de patiënt binnen het ziekenhuis bij uitgeschakelde warmtetherapie te voorkomen:
– Verhoog 15 minuten voor het uitschakelen van het apparaat de gewenste
waarde voor de luchttemperatuur in het patiëntcompartiment met 1,0 tot 1,5 °C
(1,7 tot 2,7 °F). Het apparaat zal dienovereenkomstig worden voorverwarmd.
– Verwarm het verwarmde matras voor.
– Gebruik voor de patiënt een positioneringskussentje en dek deze af met een
deken.
– Leg extra warmtekussens in het apparaat.
– Plaats de kapafdekking op het apparaat.
Het apparaat moet op een lage hoogte worden ingesteld voordat u de patiënt
verplaatst, zodat het rode gearceerde etiket op de kolom voor hoogte-instelling niet
meer zichtbaar is. Op deze hoogte kan het apparaat worden verplaatst zonder dat
de warmtestraler bijvoorbeeld een deurstijl raakt.
22
Aanvullingsdocument
|
Babyleo TN500 SW 1.0n
Advertenties
Inhoudsopgave
