SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2
AM 01.1/AM 02.1
10.6.3
Afstelling in de eindstanden uitvoeren
Tabel 8:
Aanbevolen instellingen
Gedrag bij signaalverlies van
E1 en/ of E2
Fail as is
Fail close
Fail open
Tabel 9:
Overige mogelijke instellingen
Gedrag bij signaalverlies van
E1
E2
Fail as is
Fail open
Fail close
Fail open
Fail close
Fail as is
Fail open
1)
bij 0 – 20 mA, 0 – 5 V of 0 – 10 V kan bij signaalverlies verkeerd geïnterpreteerd worden, omdat E1
resp. E2 ook zonder signaalverlies 0 mA kan zijn (eindstand CLOSED = 0 mA resp. 0 V).
De hieronder beschreven instelling geldt voor de positioner-standaarduitvoering. Dit
betekent dat de maximale nominale waarde E1 (20 mA) een beweging naar de
eindstand OPEN teweegbrengt. Een minimale nominale waarde (0/4 mA) brengt
een beweging naar de eindstand DICHT teweeg.
Inbedrijfname – instellingen in de besturing
Signaalsoort
Nominale waar-
Werkelijke waar-
de E1
de E2
4 – 20 mA
4 – 20 mA
1)
Signaalsoort
Nominale waar-
Werkelijke waar-
de E1
de E2
4 – 20 mA
0 – 5 V
4 – 20 mA
0 – 5 V
0 – 20 mA
4 – 20 mA
0 – 20 mA
0 – 20 mA
0 – 5 V
0 – 5 V
0 – 10 V
0 – 20 mA
4 – 20 mA
0 – 5 V
0 – 20 mA
4 – 20 mA
0 – 10 V
4 – 20 mA
0 – 20 mA
0 – 5 V
[S2–7]
DIP 1 2 3 4
[S2–7]
DIP 1 2 3 4
45