SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2
AM 01.1/AM 02.1
Draaimomentafhankelijk
afschakelen
10.3
Pulssturing of overneemfunctie instellen
Pulssturing
Overneemfunctie
Het draaimomentmechanisme wordt op het gewenste afschakelmoment ingesteld.
Na het bereiken van het afschakelmoment wordt de aandrijving uitgeschakeld.
Het wegschakelmechanisme dient voor de signalering en dient zodanig ingesteld te
zijn, dat zij kort voor het bereiken van het ingestelde afschakelmoment wordt
geactiveerd. Indien dit niet het geval is, dan verschijnt er een foutmelding via de
signaallamp op de lokale bediening resp. via het storingsrelais K9 (verzamelstoring).
Wijze van afschakelen met behulp van de schuifschakelaartjes [S1] en [S3] in-
stellen.
Afbeelding 46:
Schuifschakelaartjes op de logica-printplaat
[S1]
Schuifschakelaar voor de eindstand DICHT
[S3]
Schuifschakelaar voor de eindpositie OPEN
[1]
Stand [1] = wegafhankelijk afschakelen
[2]
Stand [2] = draaimomentafhankelijk afschakelen
Het instellen van de pulssturing of overneemfunctie vindt plaats via een dipswitch
op de logica-printplaat.
De aandrijving beweegt slechts zolang in de richting OPEN of DICHT als de
instelopdracht geactiveerd is. Zodra de instelopdracht wordt gedeactiveerd staat de
aandrijving stil.
Na een instelopdracht beweegt de aandrijving in de richting OPEN of DICHT, ook
als de instelopdracht wordt gedeactiveerd (overneemfunctie). De aandrijving wordt
of door het stuursignaal STOP gestopt of indien een eind- of tussenstand bereikt is.
Inbedrijfname – instellingen in de besturing
41