INSTALLATIE-INSTRUCTIES
DE WATERSLANG EN DE ELEKTRISCHE
AANSLUITING VOORBEREIDEN
Inspecteer
alle
wateraansluitingen
Waterlekkage kan na verloop van tijd aanzienlijke schade
veroorzaken. Het wordt aanbevolen een waterleiding van
6,4 mm (1/4") te gebruiken met een minimumlengte van 1,5
meter (60") en een vrouwelijke connector met schroefdraad
van 6,4 mm (1/4"). Voordat u de installatie voltooit, zet u het
water open om er zeker van te zijn dat er water stroomt en
er geen lekken zijn.
Er moet een connector met schroefdraad met een
buitendiameter van 6,4 mm (1/4") worden gebruikt om het
uiteinde van de slang op het product aan te sluiten.
Zorg dat de watertoevoerleiding niet gespannen staat en
zorg voor een lengte van minimaal 254 mm (10") vanaf de
basis van de eenheid nadat deze in de nis is geïnstalleerd.
Dit biedt enige speling voor aansluitingen en afstellingen
indien nodig.
Het product moet worden aangesloten op een 2-polig
stopcontact op een eigen 15 A-circuit; de lokale elektrische
en bouwvoorschriften moeten worden nageleefd.
U kunt methode A of methode B hieronder kiezen om te
voorkomen dat het netsnoer bekneld raakt.
•
Methode A: Plaats de aansluitingen van de waterslang
en de netvoeding aan de achterkant.
A
•
A Plaats waterleiding
•
B Plaats netsnoer
158
•
op
lekkage.
B
Fig. 22
Methode B: Plaats de aansluitingen voor de waterslang
en de netvoeding aan de zijkant.
A
B
•
A Openhouden voor waterleiding
•
B Waterslang
•
C Aanhouden voor netsnoer
C
Fig. 23