het ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder
ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 142.
Opschakelen
[ brandt groen of wordt als symbool
getoond op het Driver Information
Center met Uplevel-display.
Voor zuinig rijden wordt opschakelen
aanbevolen.
Variabele
stuurbekrachtiging
c brandt geel.
Storing in het variabele stuurbekrach‐
tigingssysteem. Hierdoor kan de auto
zwaarder of lichter gaan sturen. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Stop-startsysteem 3 134.
Ultrasoonparkeerhulp
r brandt geel.
Storing in het systeem
Instrumenten en bedieningsorganen
of
Storing door vervuilde of met sneeuw
of ijs bedekte sensoren
of
Storingen door externe bronnen van
ultrasoon geluid. Als de storingsbron
wordt verwijderd, dan werkt het sys‐
teem weer normaal.
Oorzaak van de systeemstoring on‐
middellijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Ultrasoonparkeerhulp 3 147.
Elektronische
stabiliteitsregeling UIT
n brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Elektronische
stabiliteitsregeling en
Traction Control
b brandt of knippert geel.
Brandt
Er zit een storing in het systeem. Ver‐
der rijden is mogelijk. De rijstabiliteit
kan echter afhankelijk van de staat
van het wegdek verslechteren.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Knippert
Het systeem is actief ingeschakeld.
Het motorvermogen kan worden be‐
grensd en de auto kan automatisch
iets worden afgeremd.
Elektronische stabiliteitsregeling
3 145, Traction Control 3 144.
Traction Control-systeem
UIT
k brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Voorverwarming
! brandt geel.
De voorverwarming is geactiveerd.
Wordt alleen bij lage buitentempera‐
turen ingeschakeld.
95