192
Verzorging van de auto
■ Gebruik de krik alleen om een wiel
te wisselen in geval van banden‐
pech en niet voor de jaarlijkse mon‐
tage van winter- of zomerbanden.
■ Bij een zachte ondergrond, een ste‐
vige plank (max. 1 cm dik) onder de
krik leggen.
■ In de op te krikken auto mogen zich
geen personen of dieren bevinden.
■ Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
■ Opgekrikte auto niet starten.
■ Maak alvorens de wielmoeren in te
draaien deze schoon en smeer de
schroefdraad van elke wielbout
licht in met in de handel verkrijg‐
baar vet.
1. Wieldop verwijderen met de haak.
Boordgereedschap 3 184.
Voor wieldoppen met zichtbare
wielmoeren: De wieldop kan op
het wiel blijven zitten. Verwijder
niet de klemringen van de wiel‐
moeren.
Lichtmetalen velgen: Wielmoer‐
doppen met een schroeven‐
draaier loswippen en verwijderen.
Ter bescherming een zachte doek
tussen de schroevendraaier en de
lichtmetalen velg aanbrengen.
2. Variant 1:
Plaats de wielsleutel stevig op de
wielbouten en draai elke bout een
halve slag los.
Variant 2: