•
Standaardsnelheid voor de bewegingen naar OPEN en DICHT en terug
(parameter: [PRM_5587] Motortoerental 1).
•
Alternatieve standaardsnelheid, indien bij bewegingen naar OPEN en DICHT
verschillende snelheden worden gevraagd, of via een digitale ingang tussen twee
snelheden moet worden gewisseld (parameter: [PRM_5588] Motortoerental 2).
•
Snelheden voor de functies „Gedrag omwille van de veiligheid" en „NOOD-
gedrag":
–
Voor de beweging naar DICHT (parameter: [PRM_5592] Motortoerental voor
veiligheidsbeweging DICHT en noodbeweging DICHT)
–
Voor de beweging naar OPEN (parameter: [PRM_5591] Motortoerental voor
veiligheidsbeweging OPEN en noodbeweging OPEN)
Variabele snelheden
Voor bewegingen tussen OPEN en DICHT kan de snelheid via een analoge ingang of
de veldbus worden ingesteld. De analoge ingang moet voor dit signaal geconfigureerd
worden.
De snelheid kan ingesteld worden in het bereik tussen 10 % en 100 % van het
maximale motortoerental:
0/4 mA = 10 % van het maximale motortoerental
20 mA = 100 % van het maximale motortoerental
De grenzen van de schaalverdeling zijn identiek voor de veldbus. Daar is een
overeenkomstig veld in het process image beschikbaar.
Tabel 12: Voorbeeldwaarden voor de instelling van bouwgrootte Q80
Insteltijd
uitgaande as
4 s
5,6 s
8 s
11 s
16 s
22 s
32 s
40 s
45 s
63 s
72 s
80 s
90 s
125 s
150 s
160 s
Tabel 13: Voorbeeldwaarden voor de instelling van bouwgrootte Q150
Insteltijd
uitgaande as
8 s
11 s
16 s
22 s
32 s
45 s
63 s
72 s
Toerental in % van het maximale motortoerental
V3
4 s – 40 s
8 s – 80 s
100 %
71 %
50 %
100 %
36 %
73 %
25 %
50 %
18 %
36 %
13 %
25 %
10 %
20 %
—
18 %
—
13 %
—
11 %
—
10 %
—
—
—
—
Toerental in % van het maximale motortoerental
V3
8 s – 80 s
16 s – 160 s
100 %
73 %
50 %
100 %
36 %
73 %
25 %
50 %
18 %
36 %
13 %
25 %
11 %
22 %
Inbedrijfstelling
V2
V1
16 s – 160 s
—
—
—
—
—
—
100 %
72 %
50 %
40 %
35 %
25 %
22 %
20 %
—
18 %
—
13 %
—
11 %
—
10 %
V2
V1
32 s – 320 s
—
—
—
—
—
—
100 %
71 %
51 %
44 %
31