AANWIJZING
Hoe te werk te gaan 1. De O-ring [3] demonteren.
6.5 Extern aansluitpunt voor aarding
Toepassing Een zich extern bevindende aansluiting voor aarding, met klembeugel, voor de
Let er bij het monteren van het deksel op de behuizing op dat de O-ring
correct in de groef is gemonteerd, zodat deze bij montage van het deksel
niet wordt beschadigd.
Verlies van IP-bescherming of Ex-bescherming door een beschadigde O-ring.
Als het deksel van de aardingskabel is losgemaakt, moet de aardingskabel vóór
plaatsing van het deksel weer op het deksel worden aangesloten. Draai de bout,
aardingskabel met 2,2 Nm aan de deksel vast.
2. Controleren of de O-ring in goede staat is; bij beschadiging vervangen.
3. Afdichtvlak van deksel [1] en behuizing schoonmaken.
4. De O-ring licht invetten met zuurvrij vet (bijv. vaseline).
5. De O-ring in de daarvoor bestemde groef monteren.
6. Het deksel plaatsen en de bouten [2] gelijkmatig kruisgewijs met een draaimoment
van 10 Nm vastdraaien. Aandraaimomenten, zie hoofdstuk
voor bouten
[} 51].
Afbeelding 17: Aansluitpunt aarding buiten
aansluiting op de potentiaalvereffening.
Standaard: zonder aansluitpunt aarding, alleen met kunststof plaat en schroef.
Optie: met aansluitpunt aarding, bestaande uit klembeugel en cilinderschroef, bij Ex-
uitvoering bovendien met metalen schijf.
Verwijder poeder op het oppervlak op de aandrijving onder de klembeugel
(afvijlen).
Tabel 8: Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten aansluitpunt voor aarding
Soort kabel
massief
flexibel
Bij fijndraadse (flexibele) aders, aansluiting met kabelschoen/ringkabelschoen. Bij het aansluiten van twee
afzonderlijke aders onder de klembeugel dienen deze gelijk qua doorsnede te zijn.
Dwarsdoorsneden aansluitkabels
2,5 mm² tot 6 mm²
1,5 mm² tot 4 mm²
Elektrische aansluiting
Aandraaimomenten
Aandraaimomenten
3 – 4 Nm
3 – 4 Nm
21