Inbedrijfstelling
Eindaanslagen
Begrenzing van de
instellen
hoekverdraaiing
Eindstanden
Posities
instellen
Standaanwijzing
Weergave voor de
instellen
eindstanden
Wijze van
uitschakelen
Overige
parameters
Draaimomentmech
configureren
anisme
Snelheden
I/O-signalen
(digitaal/analoog)
Positioner
7.1 Eindaanslagen in de zwenkaandrijving
22
7 Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling wordt in vier stappen uitgevoerd:
1. Eindaanslagen instellen
2. Eindstanden instellen
3. Standaanwijzing instellen
4. Overige parameters configureren
Behalve de eindstanden zijn ook alle instellingen al overeenkomstig bestelling af
fabriek geconfigureerd.
Bij correcte bestelling hoeven alleen de eindstanden ingesteld te worden.
In de volgende tabel vindt u de belangrijkste parameters en hoe ze geconfigureerd
kunnen worden.
Eindaanslag
DICHT
Eindaanslag OPEN Ja
Eindstand DICHT
instellen
Eindstand OPEN
instellen
Weergave
eindstand DICHT
Weergave
eindstand OPEN
Eindstand DICHT
Eindstand OPEN
Uitschakelmoment
DICHT
Uitschakelmoment
OPEN
Insteltijd
Type en bezetting
Verschillende
parameters
Via de AUMA Assistant App of AUMA CDT kan een groot aantal overige parameters
worden geconfigureerd. Zie hiervoor het handboek (Parameters en functies)
PROFOX.
De volgende beschrijving geldt voor de standaarduitvoering rechtsdraaiend
sluiten.
Voor de speciale uitvoering linksdraaiend sluiten is er een separate beschrijving.
De interne eindaanslagen begrenzen de hoekverdraaiing. Ze beschermen de afsluiter
bij weigering van het wegschakelmechanisme tijdens motorbedrijf en dienen als
begrenzing tijdens de handmatige bediening met het handwiel. Zij mogen niet voor het
uitschakelen op basis van draaimoment in de eindstanden tijdens de normale werking
worden gebruikt.
Het instellen van de eindaanslagen wordt normaliter door de fabrikant van de afsluiter
uitgevoerd vóór montage van de afsluiter in de leiding.
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Eindaanslag DICHT
Nee
instellen [} 24]
Eindaanslag OPEN
Nee
instellen [} 24]
Eindstand DICHT
Ja
instellen [} 25]
Eindstand OPEN
Ja
instellen [} 26]
Nee
Standaanwijzing
instellen [} 27]
Nee
Ja
Ja
—
Ja
Ja
Snelheden instellen
Ja
[} 30]
Ja
—
Ja
—