Inhoudsopgave
Advertenties
10 - OPTIE 8 EN 6 VOOR LICHTE EN LAGE BRIJNTEMPERATUUR MET
ETHYLEEN EN PROPYLEENGLYCOL
Optie 8 maakt productie van koud water mogelijk tot een temperatuur
van -3°C met ethyleenglycol en tot 0°C met propyleenglycol. De unit
is voorzien van een isolatie de lagedrukleidingen en van nieuwe
controlealgoritmes.
Optie 6 maakt productie van koud water mogelijk tot een temperatuur
van -15°C met ethyleenglycol en tot -10°C met propyleenglycol.
De unit is voorzien van isolatie op de lagedrukleidingen en de
compressor, van nieuwe regelalgoritmes en een verdamper met enkele
passering. Wervelaars zijn in de verdamperleidingen geïnstalleerd
om een goede thermische uitwisseling te realiseren tot een
wateruittredetemperatuur van -15°C.
Het bedrijfsbereik is afhankelijk van:
- van de grootte van de machine,
- het type glycol,
- van de concentratie ervan,
- het debiet,
- van de temperatuur van de glycoloplossing,
- de condensatiedruk (watertemperatuur aan de condensorzijde).
Raadpleeg het elektronische selectieprogramma voor het bedrijfsbereik
van elke unit.
Vorstbeveiliging:
De beschermingen tegen lage druk en tegen vorst van de verdamper
zijn afhankelijk van de antivriesconcentratie in het watersysteem.
Het verschil bij de verdamper ((wateruittredetemperatuur) -
(verdampingstemperatuur)) en de bescherming tegen aanvriezen,
zijn afhankelijk van deze concentratie.
Het is daarom van groot belang om bij de eerste inbedrijfstelling goed
de antivriesconcentratie in het watersysteem te controleren (laat het
water gedurende 30 minuten circuleren om een goed homogeen
mengsel te krijgen voordat u de meting doet).
Raadpleeg de gegevens van de fabrikant om de vorstbescherming
te bepalen aan de hand van de gemeten concentratie.
De minimale temperatuur van de vorstbescherming moet worden
ingevoerd in de parameters van de regelaar van de unit.
Met deze waarde kunnen de volgende limieten bepaald worden:
1. Vorstbeveiliging van de verdamper.
2. Beveiliging lage druk.
Ter informatie, afhankelijk van de in ons laboratorium gebruikte
anti vri esmi dd e le n, g e e f t on ze leveran cier d e volgen de
beschermingswaarden (deze waarden kunnen verschillen per
leverancier):
Het wordt daarom aanbevolen dat de inbedrijfstelling van een
installatie voor lage of zeer lage temperatuur wordt uitgevoerd door
de fabrikant.
Vorstcurve voor ethyleen- en propyleenglycol
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
-26
-24
-22
-20
-18
Minimale vorstbeschermingstemperatuur (°C)
Ethyleenglycol (%)
Propyleenglycol (%)
Ethylène glycol (%)
BELANGRIJK:
Propylène glycol (%)
- Het is van groot belang om (ten minste) eenmaal per jaar
het glycolpercentage te controleren en de waarde van de
vorstbescherming in de software aan te passen naar gelang
het gemeten percentage.
- Deze procedure moet altijd worden uitgevoerd nadat water
op antivriesoplossing is bijgevuld.
- Houd u aan de minimale vorstbeschermingstemperatuur in
functie van de wateruittredetemperatuur.
OPMERKING:
- Voor een vorstbeveiliging van de eenheid bij een lage
l u c h t t e m p e r a t u u r , m o e t h e t b r i j n p e r c e n t a g e
dienovereenkomstig worden aangepast.
- Het geadviseerde maximum temperatuursverschil is 5K.
- Om onderhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken, wordt
aanbevolen om afsluiters te installeren stroomopwaarts en
stroomafwaarts van de machine
het gebruik van de juiste glycolconcentratie in het watersysteem is
van heel belangrijk. Door een te hoge concentratie kunnen de
prestaties van de verdamper en dus van de unit zeer aanzienlijk
afnemen (verlaging van de verdampingstemperatuur). Een te lage
concentratie kan leiden tot alarmeringen of tot bevriezing van de
verdamper. Vorstschade wordt niet gedekt door de garantie.
Minimaal brijndebiet van de verdamper:
Minimum debiet is dezelfde als op de standaard unit (zie hoofdstuk
"Toepassingsgegevens"). Voor een variabel debiet wordt aanbevolen
de pomp op de Delta_T in te stellen, die wordt aangeduid op de Ecat
selectie voor vollast.
BELANGRIJK: Optie 6 - Wervelaars - richting van het waterdebiet
Er moet bij de wervelaars rekening worden gehouden met de
richting van het waterdebiet. Als er een risico bestaat op een
waterdebiet in tegenstelde richting, moeten er terugslagkleppen
worden geïnstalleerd om zeker te zijn dat de wervelaars zich in
de juiste positie bevinden.
-16
-14
-12
-10
-8
-6
-4
-2
0
35
Advertenties
Inhoudsopgave
