Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wateraansluitingen; Voorzorgsmaatregelen - Carrier 30XW Series Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7 - WATERAANSLUITINGEN

LET OP: Voordat u wateraansluitingen uitvoert, moet u de
aftappluggen van het waterreservoir installeren (één plug per
waterreservoir in het onderste gedeelte - geleverd in de
schakelkast).
Zie de met de warmtewisselaar meegeleverde maatschetsen voor de
grootte en plaats van alle waterintrede- en -uittredeaansluitingen.
De waterleidingen mogen geen radiale of axiale torsie op de
warmtewisselaars uitoefenen of trillingen overbrengen op het
leidingwerk of het gebouw.
De kwaliteit van het toevoerwater moet worden geanalyseerd. Zo nodig
kan het water worden voorbehandeld of kunnen filters, regelapparatuur,
isolatie en aftapventielen worden ingebouwd om corrosie, verstopping
en beschadiging van de pomponderdelen te voorkomen. Raadpleeg
een waterbehandelingsspecialist of toepasselijke literatuur over dit
onderwerp.

7.1 - Voorzorgsmaatregelen

Bij het ontwerp van het watercircuit moet er rekening mee worden
gehouden dat er zo min mogelijk bochten en horizontale leidingen op
verschillende niveaus voorkomen. Hieronder zijn de belangrijkste
punten die moeten worden gecontroleerd voor de aansluiting.
• Houd rekening met de waterintrede- en -uittredeaansluitingen
op de unit.
• Monteer handbediende of automatische ontluchtingsafsluiters
op alle hoge punten in het/de circuit(s).
• Gebruik een drukbegrenzer om de druk in het/de circuit(s) te
handhaven en monteer een veerveiligheid en een expansievat.
• Monteer aftapafsluiters op alle lage punten, zodat het hele
systeem kan worden afgetapt.
• Monteer aftapkranen op alle lage punten om het gehele circuit
te kunnen aftappen.
Monteer stopkranen bij de waterintrede- en -uittredeaansluitingen.
• Gebruik flexibele aansluitingen om de overdracht van trillingen
te voorkomen.
• Isoleer, na het testen op lekkage, alle leidingen om thermische
aanvoer te verminderen en condensatie te voorkomen.
• Dek de isolatie af met dampdicht materiaal.
• Indien er in de vloeistof deeltjes zitten die de warmtewisselaar
kunnen vervuilen, moet er vóór de pomp een gaasfilter worden
geïnstalleerd, of direct op de warmtewisselaar intrede als de
pomp verder dan 20 m weg is. De maasgrootte van het filter
moet 1,2 mm zijn.
• Controleer alvorens het systeem in gebruik te nemen of de
watercircuits zijn aangesloten op de juiste warmtewisselaars
(bijv. geen verwisseling tussen verdamper en condensor).
• Breng geen grote statische of dynamische druk in het circuit van
de warmtewisselaar (ten opzichte van de ontwerpbedrijfsdrukken).
• Controleer vóór de inbedrijfstelling dat de warmtewisselaar
geschikt is voor de materialen en de coating van het
watercircuit.
• Het gebruik van verschillende soorten metaal voor hydraulische
leidingen kan elektrolytische paren en ten gevolge daarvan
corrosie doen ontstaan. Controleer dan of het nodig is om
opofferingsanodes te installeren.
Controleer, bij toevoeging van additieven of andere vloeistoffen
anders dan die door Carrier worden aanbevolen, of de
vloeistoffen niet als gassen worden beschouwd, en of ze behoren
tot klasse 2, zoals gedefinieerd in richtlijn 2014/68/EU.
Aanbevelingen van Carrier voor
warmtewisselaarvloeistoffen:
• Geen NH
4+
ammoniumionen in het water, deze zijn namelijk
zeer schadelijk voor koper. Dit is een van de bepalende factoren
voor de levensduur van koperen leidingen. Zelfs door enkele
tienden ppm wordt het koper in de loop der tijd ernstig
gecorrodeerd.
• Cl
-
-ionen (chloorionen) zijn schadelijk voor koper met het risico
van perforaties als gevolg van putcorrosie. Houd het gehalte
zo mogelijk lager dan 125 mg/l.
• SO
-ionen (sulfaationen) kunnen perforatie door corrosie
2-
4
veroorzaken als hun concentratie hoger is dan 30 mg/l.
• Geen fluorionen (<0,1 mg/l).
• Er mogen geen Fe
- en Fe
2+
gehaltes opgeloste zuurstof aanwezig zijn. Opgelost ijzer < 5
mg/l met opgeloste zuurstof < 5 mg/l.
• Opgelost silicium: silicium is een zuur element van water en
kan ook tot corrosie leiden. Gehalte < 1 mg/l.
• Waterhardheid: >0,5 mmol/l. De aanbevolen waarde ligt tussen
1 en 2,5 mmol/l. Dit vergemakkelijkt kalkafzetting die de corrosie
van koper kan beperken. Te hoge waarden kunnen in de loop
der tijd tot verstopping van de leidingen leiden. Een totale
alkaliteit (TAC) beneden 100 mg/l is gewenst.
• Opgeloste zuurstof: vermijd plotselinge wijzigingen in het
zuurstofgehalte in het water. Het verlagen van het zuurstofgehalte
door het water te mengen met inert gas en het verhogen van
het zuurstofgehalte door het te mengen met zuivere zuurstof
z i j n b e i d e e v e n s c h a d e l i j k . H e t v e r s t o r e n v a n d e
zuurstoftoevoercondities leidt tot destabilisatie van
koperhydroxiden en vergroting van deeltjes.
• Elektrische geleidbaarheid 10-600 µS/cm.
• pH: Ideale situatie pH neutraal bij 20-25°C
7 < pH < 8
Als het watercircuit gedurende langer dan een maand leeg moet
blijven, moet het gehele circuit met stikstof worden gevuld om risico
op corrosie als gevolg van differentiële beluchting te vermijden.
Het vullen en verwijderen van warmteoverdrachtsvloeistoffen moet
gebeuren met inrichtingen die door de installateur in het watercircuit
moeten worden opgenomen. Gebruik de warmtewisselaars van het
apparaat nooit voor het toevoegen van warmteoverdrachtsvloeistof.
- ionen met niet-verwaarloosbare
3+
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30xw-p series30xwh series30xwhp series

Inhoudsopgave