Gedrag Bij Herstart Na Sto-Activering; Instellingen Voor Herstart; Aansluiten Van De Signaalklemmen - Grundfos NBE Series Installatie- En Bedieningsinstructies
Verberg thumbnails
Zie ook voor NBE Series:
- Installatie- en bedieningsinstructies (39 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (34 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
6.5.1 Gedrag bij herstart na STO-activering
Standaard is de STO-functie ingesteld op voorkoming van herstart
zonder toezicht. Als u STO wilt beëindigen en normaal bedrijf met
handmatige reset wilt hervatten, doet u het volgende:
•
Sluit de 24 V DC voedingsspanning weer aan op klem 37.
•
Verstuur een resetsignaal via bus, digitale I/O of de resetknop.
•
Stel de STO-functie in op automatische herstart door de waarde
van klem 37 "Veilige stop" te wijzigen van standaardwaarde 1.
"Veilige stop Alarm" in waarde 3. "Veilige stop Waarschuwing".
Automatische herstart betekent dat STO wordt beëindigd en
normaal bedrijf wordt hervat zodra de 24 V DC wordt ingeschakeld
op klem 37. Er is geen resetsignaal vereist.
Gerelateerde informatie
6.6 Aansluiten van de signaalklemmen
6.5.2 Instellingen voor herstart
•
Verwijder de 24 V DC voedingsspanning naar klem 37 via het
onderbrekingsapparaat terwijl de frequentieomvormer de motor
aandrijft. Hierbij wordt de voedingsspanning niet onderbroken.
•
Controleer of de motor uitloopt en het alarm Veilige stop wordt
weergegeven op het lokale bedieningspaneel indien dit is
geïnstalleerd.
•
Sluit de 24 V DC voedingsspanning weer aan op klem 37.
•
Controleer of de motor blijft uitlopen.
•
Verstuur een resetsignaal via bus, digitale I/O of de resetknop.
•
Controleer of de motor weer operationeel wordt.
6.6 Aansluiten van de signaalklemmen
Als voorzorgsmaatregel dienen signaalkabels over hun
gehele lengte d.m.v. dubbele isolatie van andere groepen
te worden gescheiden.
Sluit de signaalkabels aan overeenkomstig de richtlijnen van goed
gebruik om EMC-correcte installatie te verzekeren. Zie de paragraaf
Herstartgedrag na STO-activering.
•
Gebruik afgeschermde signaalkabels met een aderdoorsnede
2
van minimaal 0,5 mm
en maximaal 1,5 mm
•
Gebruik voor nieuwe systemen een afgeschermde 3-aderige
buskabel.
Gerelateerde informatie
6.5.1 Gedrag bij herstart na STO-activering
2
.
11
Advertenties
Inhoudsopgave
