Voorbeeld: Als u naar het menu "1-28 Contr. draairichting motor"
wilt gaan, moet u het volgende doen:
1. Navigeer naar "1-** Belasting & motor" en druk op [OK].
2. Gebruik de knoppen [Omhoog] en [Omlaag] om naar "1-2*
Motordata" te navigeren en druk op [OK].
3. Gebruik de knoppen [Omhoog] en [Omlaag] om naar "1-28*
Contr. draairichting motor" te navigeren en druk op [OK] om het
menu te selecteren.
8.3 Bedrijfsmodi
De volgende bedrijfsmodi worden ingesteld op het
bedieningspaneel via het menu [Favorieten].
Bedrijfsmodus
Beschrijving
De pomp werkt in de geselecteerde
Normaal
bedrijfsmodus.
De pomp is gestopt en het groene
Stop
signaallampje knippert.
Min.
De pomp is in bedrijf bij minimaal toerental.
Max.
De pomp is in bedrijf bij maximaal toerental.
De pomp werkt met het door de gebruiker
Gebruikerscurve
gedefinieerde toerental.
H
Minimale en maximale curve.
Max.
Het toerental van de pomp wordt op een
gegeven ingestelde waarde voor minimaal en
Min.
maximaal toerental gehouden.
Q
Voorbeeld: Maximale curve kan bijvoorbeeld worden gebruikt bij
het ontluchten van de pomp tijdens de installatie.
Voorbeeld: Minimale curve kan bijvoorbeeld gebruikt worden in
perioden waarin een zeer lage volumestroom nodig is.
8.4 Regelmodi
De regelmodus wordt ingesteld in het menu [Favorieten].
Er zijn twee elementaire besturingsmodi:
•
Niet-geregeld bedrijf (open lus).
•
Geregeld bedrijf (gesloten lus) met een aangesloten sensor.
Zie de paragrafen Niet-geregeld bedrijf (open regelkring) en
Geregeld bedrijf (gesloten regelkring).
Standaard besturingsmodus gemaakt in NBE, NBGE, NKE, NKGE,
TPE Serie 1000:
•
Open lus.
Standaard besturingsmodus in TPE series 2000:
•
Proportioneel drukverschil.
8.4.1 Niet-geregeld bedrijf (open lus)
Constante curve.
Het toerental wordt op een ingestelde waarde
gehouden in het bereik tussen de minimale en
maximale curve.
Het setpoint wordt ingesteld in %,
overeenkomstig het gewenste toerental.
Voorbeeld: Bedrijf met constante curve kan bijvoorbeeld worden
gebruikt voor pompen waarop geen sensor is aangesloten.
Voorbeeld: Typisch gebruikt samen met een totaal regelsysteem
zoals MPC of een andere externe regelaar.
8.4.2 Geregeld bedrijf (gesloten lus)
CUE
Δp
CUE
Δp
CUE
Δp
CUE
CUE
L
L
CUE
CUE
Proportioneel
drukverschil.
Het drukverschil
wordt kleiner bij
afnemend debiet
en wordt groter bij
toenemend debiet.
Constant
drukverschil,
pomp.
Het drukverschil
wordt constant
gehouden,
onafhankelijk van
het debiet.
Constant
drukverschil,
systeem.
Het drukverschil
wordt constant
gehouden,
onafhankelijk van
het debiet.
Constante druk.
De druk wordt
constant
gehouden,
p
onafhankelijk van
het debiet.
Constante druk
met stopfunctie.
De uitlaatdruk
wordt constant
gehouden bij hoog
p
debiet. Aan/uit
bedrijf bij laag
debiet.
Constant niveau.
CUE
Het
vloeistofniveau
wordt constant
gehouden,
onafhankelijk van
het debiet.
Constant niveau
met stopfunctie.
CUE
Het
vloeistofniveau
wordt constant
gehouden bij hoog
debiet.
Aan/uit bedrijf bij
laag debiet.
Constant debiet.
Het debiet wordt
constant
gehouden,
Q
onafhankelijk van
de opvoerhoogte.
Constante
temperatuur.
Het
vloeistofniveau
wordt constant
gehouden,
t
onafhankelijk van
het debiet.
19