RS-485 GENIbus netwerkaansluiting
Eén of meer CUE-eenheden kunnen via GENIbus op een
regeleenheid worden aangesloten.
Het referentiepotentiaal, GND, voor RS-485 (Y) communicatie moet
worden aangesloten op klem 61.
Als meer dan één CUE op een GENIbus netwerk is aangesloten,
moet het klemcontact van de laatste CUE zijn ingesteld zijn op
"AAN" (klem van de RS-485 poort).
De fabrieksinstelling van het klemcontact is "UIT" (geen klem).
Verwijder het bedieningspaneel om het contact in te stellen. Zie afb.
Instellen van het klemcontact op
Instellen van het klemcontact op "AAN"
"AAN".
BUS TER
OFF
ON
6.7 Aansluiten van de signaalrelais
Als voorzorgsmaatregel dienen signaalkabels over hun
gehele lengte d.m.v. dubbele isolatie van andere groepen
te worden gescheiden.
RELAY 1
03 02
01
Klemmen voor signaalrelais in normale toestand (niet geactiveerd)
Klem
Functie
C 1
C 2
Algemeen
NO 1
NO 2
Normaal open contact (NO)
NC 1
NC 2
Normaal gesloten contact (NC)
6.7.1 Toegang tot signaalrelais
De relaisuitgangen zijn gepositioneerd zoals is weergegeven in afb.
Klemmen voor relaisaansluiting,
relaisaansluiting, C1 De MCB 114 sensorinvoermodule
Klemmen voor relaisaansluiting, B2
Klemmen voor relaisaansluiting, C1 De MCB 114
sensorinvoermodule aansluiten
De MCB 114 is een optie die extra analoge ingangen voor de CUE
biedt.
RELAY 2
06
05 04
B2,
Klemmen voor
aansluiten.
15