1.9
Bewaking
Wanneer het goed functioneren en de maximaal toelaatbare oppervlaktetemperaturen niet verzekerd
kunnen worden door middel van reguliere inspectie door de operator, dan moeten
passende temperatuurbewakings-voorzieningen(monitoring) worden getroffen.
1.9.1
Bewaking TG GS, GP, GM, H en SRT
Oppervlaktetemperatuurbewaking is altijd van buitengewoon belang in de volgende gebieden,
zie figuur 1:
• Oppervlaktetemperatuur van het pomphuis bij het pompdeksel (L1).
• Oppervlaktetemperatuur bij het glandeinde, de gland pakking of mechanische asafdichting (L2). In
het geval van een gespoelde of dubbele mechanische asafdichting, kan het bewaken geschieden
door het controleren van de spoelvloeistof, zie paragraaf 5.3. Toepassing van een enkele
gespoelde mechanische asafdichting of een dubbele mechanische asafdichting is aanbevolen
als het risico aanwezig is van droogdraaien van de pomp of van een smeringsdefect van de
mechanische asafdichting zoals kan voorkomen in het geval van zelfaanzuiging.
• Oppervlaktetemperatuur bij het lagergedeelte van de lagerstoel (L3).
Figuur 1 – Indicatie van bewakingsmogelijkheden en geadviseerde plaatsen (optioneel)
De maximaal toelaatbare oppervlaktetemperaturen van L1 en L2 hebben betrekking op T
De maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur van L3 heeft betrekking op de maximum
temperatuur van de lagerstoel.
Additionele permanente trillingsmeting op de volgende gebieden kan nuttig zijn om hevige
trillingen, die een aanwijzing zijn voor voortijdige storing aan de kogellagers of interne slijtage,
op te sporen, wanneer aangebracht op de volgende plaatsen:
• ter plaatse van de inwendige delen aan de voorzijde van de pomp (V1).
• ter plaatse van de lagering, bij de lagerstoel (V2).
10
A.0500.602 – Atex IM -TG G/H/MAG/SRT/08.00 NL (01/2021)
.
A