Inhoudsopgave
Advertenties
66
Onderhoudsprocedures
Vulling toevoegen:
Deze procedure moet gevolgd worden
voor het toevoegen van vulling aan
een unit met te lage vulling. Als een
lage vulling wordt aangegeven door
een lage tussenkoeling in de
vloeistofleiding, moet vulling
toegevoegd worden totdat voldoende
tussenkoeling wordt bereikt.
1. Bevestig de vulslang op de
serviceklep van de verdamper
(3/8" [9 mm] flens). Open de
serviceklep.
2. Voeg een vulling van 4,5 kg
koudemiddel (R-134a) toe.
3. Sluit de klep, verwijder de vulslang
en start de unit. Bewaak de
tussenkoeling.
4. Als de tussenkoeling nog steeds
onvoldoende is, moet u terugkeren
naar stap 1.
Opmerking: Een correcte
tussenkoeling kan bepaald worden
met behulp van de gebruikslogboeken,
onderhoudservaring of door contact op
te nemen met de technische service
van Trane.
Het onderhoudsgereedschap kan een
berekeningsmodule bevatten waarmee
de juiste tussenkoeling voor alle
bedrijfsomstandigheden bepaald kan
worden (alleen Trane Service).
Vullingsopslag aan de
hoge- of lagedrukzijde van
het systeem
(alleen mogelijk met optionele
isolatiekleppen)
Al het koudemiddel kan worden
opgeslagen aan de hogedrukzijde
(condensor) van de unit voor
onderhoud aan de compressor (of
lagedrukzijde). Met de optie
serviceklep van aanzuigleiding kan de
vulling ook geïsoleerd worden in de
verdamper voor onderhoud aan de
compressor (of hogedrukzijde).
Aangeraden wordt om de vulling in de
verdamper te isoleren, als deze optie
beschikbaar is.
Isolatieprocedure vulling aan
hogedrukzijde:
1. Controleer of het circuit uit is.
2. Sluit de serviceklep van de
vloeistofleiding.
3. Sluit de serviceklep van de
olieretourleiding.
4. Start het circuit met het
onderhoudsgereedschap in de
vullingsisolatiemodus:
• Alle ventilatoren worden
ingeschakeld
• EXV blijft 100% open
• De solenoïde van de
olieretourleiding gaat open
• De unit start op minimale belasting
• De unit draait totdat deze
onderbroken wordt op lage druk
(~6 psia) [0,41 bar].
5. Als de unit geactiveerd wordt,
worden de afvoercontroleklep en de
afsluitklep van de olieleiding
gesloten.
6. Sluit de afvoerisolatieklep.
7. Sluit de afsluitklep van de
olieleiding.
8. Verwijder het restant koudemiddel
met de vacuümpomp.
Aanbeveling: pomp het restant
koudemiddel niet naar de
hogedrukzijde. Hierdoor kunnen
niet-condenserende gassen en
andere vervuilende stoffen de unit
binnendringen.
9. De lagedrukzijde en de compressor
kunnen nu nagekeken worden.
RLC-SVX02G-NL
Advertenties
Inhoudsopgave
