Koudemiddelemissieregeli
ng
Behoud en emissieverlaging kunnen
bereikt worden door de aanbevolen
werking, onderhoud en
onderhoudsprocedures van Trane te
volgen, waarbij vooral aandacht wordt
besteed aan het volgende:
1. Het koudemiddel dat in elke type
airco of koelinstallatie gebruikt
wordt, moet teruggewonnen,
gerecycled of gereconditioneerd
(geregenereerd) worden voor
hergebruik. Laat nooit koudemiddel
in de atmosfeer ontsnappen.
2. Bepaal altijd mogelijke recyclings- of
regeneratie-eisen van het
teruggewonnen koudemiddel
voordat met een
terugwinningsmethode wordt
begonnen.
3. Gebruik goedgekeurde bakken en
volg de veiligheidsvoorschriften.
Neem alle geldende
transportnormen in acht voor het
transport van koudemiddelbakken.
4. Gebruik recyclingapparatuur om
emissies te beperken tijdens het
terugwinnen van koudemiddel.
Probeer altijd methoden te
gebruiken waarbij een zo laag
mogelijk vacuüm wordt getrokken
tijdens de terugwinning en
condensatie van koudemiddel in
bakken.
5. De voorkeur wordt gegeven aan
reinigingsmethoden voor
koelsystemen met filters en drogers.
Gebruik geen oplosmiddelen die de
ozonlaag aantasten. Gooi de
gebruikte materialen op de juiste
manier weg.
64
Onderhoudsprocedures
6. Besteed vooral aandacht aan het
correcte onderhoud van
onderhoudsapparatuur voor
onderhoudswerkzaamheden aan
het koelsysteem, zoals meters,
slangen, vacuümpompen en
recyclingapparatuur.
7. Blijf op de hoogte van verbeteringen
voor units,
conversiekoudemiddelen,
compatibele onderdelen en
aanbevelingen van fabrikanten voor
het terugdringen van
koudemiddelemissies en het
verhogen van het bedrijfsrendement
van de installatie. Volg de specifieke
richtlijnen van de fabrikant voor
conversie van bestaande systemen.
8. Probeer de werking van de
installatie altijd te verbeteren door
verbeterd onderhoud en
handelingen waarbij energie wordt
bespaard om te helpen bij het
terugdringen van emissies.
Koudemiddel- en
olievullingbeheer
Een correcte olie- en
koudemiddelvulling is essentieel voor
de correcte werking van de unit, de
prestaties van de unit en
milieubescherming. Alleen opgeleid en
bevoegd onderhoudspersoneel mag
onderhoud aan de koelmachine
uitvoeren.
Enkele symptomen van een unit met te
lage koudemiddelvulling:
• Lage tussenkoeling
• Belletjes in het EXV kijkglas
• Diagnose laag vloeistofpeil
• Aanstroomtemperaturen van
verdamper hoger dan normaal
(uittredewatertemperatuur -
verzadigde verdamper temperatuur ).
• Grens lage koudemiddeltemperatuur
verdamper
• Diagnose onderbreking lage
koudemiddeltemperatuur
• Volledig geopende expansieklep
• Mogelijk fluitend geluid uit de
vloeistofleiding (door hoge
dampsnelheid)
• Mogelijke lage afvoer oververhitting
bij hoge belastingen
• Hoge drukval condensor +
tussenkoeler
Enkele symptomen van een unit met te
hoge koudemiddelvulling:
• Hoge tussenkoeling
• Vloeistofpeil verdamper hoger dan
middenlijn na uitschakeling
• Aanstroomtemperaturen van
condensor hoger dan normaal
(verzadigde condensor
inlaattemperatuur -
inlaatluchttemperatuur )
• Drukgrens condensor
• Diagnose onderbreking hoge druk
• Aantal draaiende ventilatoren hoger
dan normaal
• Onregelmatige ventilatorregeling
• Compressorvermogen hoger dan
normaal
• Erg lage afvoer oververhitting bij
opstarten
• Rammelend of knarsend geluid van
compressor bij opstarten
RLC-SVX02G-NL