Installatie checklist
Werk deze checklist door zodra de unit
is geïnstalleerd en controleer of alle
aanbevolen procedures zijn doorlopen
voordat de unit gestart wordt. Deze
checklist dient niet ter vervanging van
de gedetailleerde instructies die
gegeven worden in de hoofdstukken
Mechanische installatie en Elektrische
installatie in deze handleiding. Lees
beide hoofdstukken volledig door om
vertrouwd te raken met de
installatieprocedures voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen.
In ontvangstname
[ ] Controleer of de gegevens op het
typeplaatje van de unit
overeenkomen met de informatie
van de bestelling.
[ ] Inspecteer de unit op
transportschade en ontbrekende
materialen. Rapporteer eventuele
schade of ontbrekende materialen
aan de vervoerder.
Locatie bepalen en unit plaatsen
[ ] Inspecteer de gewenste locatie
voor de installatie en controleer of
er voldoende ruimte rondom de
installatie is voor onderhoud.
[ ] Zorg voor afvoer van
verdamperwater.
[ ] Verwijder alle transportmaterialen
(karton enz.) en gooi ze weg.
[ ] Installeer optionele rubberen
dempers, indien nodig.
[ ] Stel de unit waterpas en borg deze
op het montagevlak.
Leidingen voor unit
[ ] Spoel alle waterleidingen van de
unit voordat de laatste
aansluitingen op de unit worden
aangebracht.
RLC-SVX02G-NL
Controle voor opstarten
L L E E T T O O P P
Wanneer een normaal in de handel
verkrijgbaar zuurhoudend
doorspoelmiddel wordt gebruikt,
moet voor een tijdelijke bypass rond
de unit gezorgd worden om
beschadiging van de interne
componenten van de verdamper te
voorkomen.
Om schade aan de apparatuur te
voorkomen, dient u geen
onbehandeld of onvoldoende
behandeld water te gebruiken in het
systeem.
[ ] Sluit de gekoeldwaterleidingen aan
op de verdamper.
[ ] Installeer drukmeters en
afsluitkleppen op de
gekoeldwaterinlaat en -uitlaat op de
verdamper.
[ ] Installeer een waterfilter in de
gekoeldwaterinlaatleiding.
[ ] Installeer een
hoeveelheidsregelklep en een
stroomschakelaar (aanbevolen) in
de gekoeldwateruitlaatleiding.
[ ] Installeer een afvoer met een
afsluitklep of een aftapplug op de
verdamperwaterkast.
[ ] Ontlucht het gekoeldwatersysteem
op hoge punten in de
systeemleidingen.
[ ] Breng verwarmingstape en isolatie
aan, indien nodig, om alle
blootgelegen leidingen te
beschermen tegen bevriezing.
Elektrische bedrading
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G
Koppel alle elektrische
voedingsbronnen los voordat de
kabels op de unit worden
aangesloten om letsel en dodelijke
ongevallen te voorkomen.
L L E E T T O O P P
Gebruik uitsluitend koperen
geleiders om corrosie en
oververhitting bij de
klemaansluitingen te voorkomen.
[ ] Sluit de voedingskabels van de
unit met gezekerde
hoofdschakelaars aan op het
klemmenblok of kabelschoenen (of
op de unit gemonteerde
hoofdschakelaar) in het
voedingsgedeelte van het
bedieningspaneel.
[ ] Sluit de voedingskabels aan op de
gekoeldwaterpomp.
[ ] Sluit de voedingskabels aan op de
extra verwarmingsbanden.
[ ] Sluit het hulpcontact van de
gekoeldwaterpomp (6K51) in serie
aan met de stroomschakelaar en
sluit het vervolgens aan op de
juiste klemmen.
[ ] Installeer de bedrading van de
afstandscontacten (6S3, 6S1) op
de juiste klemmen op de printplaat
voor de externe auto-/stopfunctie.
L L E E T T O O P P
Informatie betreffende de
verbindingskabels: de
gekoeldwaterpomp blokkering en
de externe auto/stopfunctie
moeten worden aangesloten om
schade aan de apparatuur te
voorkomen.
[ ] Als de alarm- en
statusrelaisuitgangen gebruikt
worden, moeten draden vanaf het
paneel naar de juiste klemmen op
de printplaat geïnstalleerd worden.
[ ] Als de noodstopfunctie gebruikt
wordt, moeten
laagspanningsdraden naar de
klemmen op de printplaat
geïnstalleerd worden.
[ ] Sluit de externe noodstop aan,
indien van toepassing.
[ ] Als de optie ijs maken gebruikt
wordt, moeten draden op 6S55
geïnstalleerd worden naar de juiste
klemmen op A6-3.
[ ] Sluit een aparte voeding aan voor
het ijsmaakstatuscircuit, indien van
toepassing.
57