8.6
Algemeen
De Break-Unit heeft maximaal twee pompen. Er
draait maximaal maar één pomp
8.7
Break-unit DPCIII
OPMERKING
Zie fabrieksinstellingen 3-2-2-1
H
Figuur 14: 1 pomp in bedrijf
Indien als gevolg van waterafname de druk daalt tot
onder de wensdruk, wordt er een pomp ingeschakeld.
Als de wensdruk is bereikt, wordt de pomp weer
uitgeschakeld. De minimale nalooptijd wordt
voortdurend geoptimaliseerd. Hiermee wordt een
aanzienlijke energiebesparing gerealiseerd.
Tabel 14: Specifieke parameter instellingen DPCIII
Parameter
3-3-1
Aantal pompen
3-3-2
Toevoer
3-3-3
Perszijde
3-5-1
Wenswaarde
3-5-3
Bandbreedte
3-6-2
Min. draaitijd
3-6-3
Min. draatijd korr.
3-6-8
Droogloop vertraging
8.8
ID 2962
S
Figuur 15: dp-control
Tabel 15: Parameters vulklep aan/uit
Q
Tabel 16: Parameters vulklep prop.
Waarde
1
2
Schakelaar
Drukopnemer
Niveau / vulkl ON-OFF
Niveau / vulkl prop.
Vast toerental
400 kPa
30
Default 180 s
DOL t/m 2.2 kW 90 s
10 s
Tabel 17: Parameters algemeen.
Drukopnemer 1 s
HUV1 DPV(E) AB (met
waarschuwingspijp) Level
control
ID
Parameter
3-4-1-4-9
Vulklep open / dicht
A
3-4-1-4-7
Hoog waterniveau
B
3-4-1-4-9-2
Niveau 1 klep dicht
3-4-1-4-9-4
Niveau 1A klep dicht
C
3-4-1-4-9-1
Niveau 1 klep open
3-4-1-4-9-3
Niveau 1A klep open
E
3-4-1-4-6
Kritisch waterniveau
F
3-4-1-4-5
Reset niveau
G
3-4-1-4-4
Uitschakelniveau
ID
Parameter
3-4-1-4-10
Vulklep proport.
A
3-4-1-4-7
Hoog waterniveau
3-4-1-4-10-1
Niveau setpoint 1
3-4-1-4-10-2
Niveau setpoint 1A
3-4-1-4-10-6
Open band
D
3-4-1-4-10-3
Hysteresislevel
E
3-4-1-4-6
Kritisch waterniveau
F
3-4-1-4-5
Reset niveau
G
3-4-1-4-4
Uitschakelniveau
ID
Parameter
H
3-4-1-4-3
Sensorhoogte
I
3-4-1-4-1
0 % niveau
J
3-4-1-4-2
100 % niveau
35