8.2.4.4
Bedrijfsstatus pomp
De volgende symbolen worden per pompaggregaat in
de installatie weergegeven. Voor een installatie met
vier pompaggregaten wordt bijvoorbeeld P1, P2, P3
en P4 weergegeven.
1
2
3
4
5
6
Figuur 13: Bedrijfsstatus voor pompaggregaat P2
Positie Aanduiding
1
Pompaggregaat in de
installatie
2
Aanwezige meldingen Er zijn één of meerdere waarschuwingen of alarmen voor pompaggregaat 2.
3
Pompaggregaat draait Geeft aan of het pompaggregaat op dit moment draait. Dit symbool verdwijnt wanneer het
4
Automatisch bedrijf
5
Handmatig UIT
6
Handmatig AAN
Betekenis
Symbolen voor een bepaald pompaggregaat (in dit voorbeeld pompaggregaat 2)
pompaggregaat is uitgeschakeld of zich in de rusttoestand bevindt.
Het pompaggregaat wordt door de regeleenheid ingeschakeld en uitgeschakeld (F-installa-
tie) of via de frequentie geregeld (VC- en SVP-installatie).
Pompstart wordt geblokkeerd. Een draaiend pompaggregaat wordt uitgeschakeld.
Het pompaggregaat wordt handmatig ingeschakeld.
Bij een F-installatie betekent dit dat het wordt ingeschakeld. Bij een VC- of SVP- installatie
begint het met een vaste frequentie (vast toerental) te draaien. De vaste frequentie kan wor-
den geconfigureerd
27