8.3
Configuratie
De centrale besturingseenheid op een HUV2
installatie, de DPCIII, kan op hoofdlijnen en op detail-
niveau geheel naar wens geconfigureerd worden,
zodat de installatie optimaal in het proces zal werken.
8.3.1
Parameters
In de besturingseenheid zijn een groot aantal
parameters, die het gedrag van de installatie bepalen,
opgeslagen. Veel van deze parameters moeten door
een servicemonteur van Duijvelaar Pompen
ingeregeld worden, maar een aantal basis
instellingen kunnen door de gebruiker ingesteld
worden. Het overzicht van de door een gebruiker in te
stellen parameters is in paragraaf 8.3.2
weergegeven.
Met de interface-app zoals beschreven in paragraaf
8.2.6 zijn alle parameters uit te lezen, en dan zijn een
beperkt aantal parameters te wijzigen. Voor meer
informatie over deze app kan Duijvelaar Pompen
geraadpleegd worden.
De HUV2 installatie wordt in de fabriek uitgebreid
getest, en de besturing wordt dan ook ingeregeld.
Een overzicht van de ingestelde configuratie wordt op
papier meegeleverd met de installatie.
31