5
Inzetbaarheid waarborgen
– Controleer het koelvloeistofniveau. De nok
(3) in de koelvloeistoftank moet zich geheel
in de koelvloeistof bevinden.
– Vul indien nodig koelvloeistof bij.
– Schroef de vuldop (1) weer stevig vast.
– Controleer het koelsysteem op lekkage; zie
de paragraaf "Radiateur reinigen en op lek-
kage controleren".
– Sluit de motorkap.
374
57348011805 NL - 01/2022 - 06
Onderhoud
3
1
2
7341_003-050