Bediening
De vulhals (1) van de brandstoftank bevindt
zich aan de rechterzijde in de rijrichting, bij het
spatbord van het voorwiel.
– Draai de vuldop (2) op de vulhals naar links
en verwijder hem.
– Vul de tank met schone dieselbrandstof; zie
voor de maximale vulhoeveelheid de para-
graaf "Onderhoudsschema".
– Breng de vuldop op de vulhals aan en draai
hem helemaal naar rechts.
Brandstofhandpomp gebruiken
LET OP
Brandstoftekort kan storingen veroorzaken!
Als de brandstoftank is leeggereden, kan het brand-
stofinspuitsysteem luchtbellen aanzuigen. Dit kan lei-
den tot storingen in het brandstofinspuitsysteem.
– Rijd de brandstoftank nooit helemaal leeg.
– Tank brandstof en pomp dieselbrandstof voor.
De brandstofhandpomp (2) bevindt zich op het
brandstoffilter (1) onder de rechter service-
klep.
Als de brandstoftank helemaal leeg was, is het
mogelijk dat de brandstof na het tanken niet
door de brandstofpomp alleen kan worden op-
gevoerd. Gebruik de brandstofhandpomp om
het systeem weer met brandstof te vullen, tot-
dat het opvoervermogen van de brandstof-
pomp voldoende is. De brandstofhandpomp
moet bijvoorbeeld worden gebruikt nadat de
tank is leeggereden, na de eerste tankbeurt of
na het aftappen voor reparaties.
57348011805 NL - 01/2022 - 06
Tanken
1
2
2
1
303
4