3. Verwijder de driekleurenprintcartridge uit de linker sleuf. Druk de printcartridge naar
beneden en schuif hem uit de printcartridgewagen.
4. Sluit de printerkap.
5. Controleer of het probleem is opgelost.
•
Als de fout er niet meer is, is er een probleem met de driekleurenprintcartridge.
•
Als de fout niet is verdwenen, gaat u verder met de volgende stap.
6. Open de klep en plaats de driekleurenprintcartridge terug door hem in de linker sleuf
te schuiven. Duw vervolgens de printcartridge naar voren totdat deze vastklikt.
7. Herhaal de stappen om de andere printcartridge uit de rechter sleuf te verwijderen.
8. Controleer of het probleem is opgelost.
•
Als de fout er niet meer is, is er een probleem met de zwarte printcartridge.
•
Als de fout niet verdwenen is, is er een probleem met beide printcartridges.
9. Als u hebt vastgesteld met welke cartridge er een probleem is, gaat u verder met de
volgende oplosssingen.
Problemen met printcartridges
95