Hoofdstuk 12
Oplossing 5: controleer de printdriver
Oplossing: Controleer of het apparaat als standaardprinter is ingesteld en of het
de juiste printerdriver gebruikt.
Controleren of het apparaat als de standaardprinter is ingesteld
1. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te
werk:
•
Windows Vista: klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers.
•
Windows XP: klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
•
Windows 2000: klik op de taakbalk van Windows op Start, wijs Instellingen
aan en klik op Printers.
2. Controleer of het juiste apparaat als de standaardprinter is ingesteld.
Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte cirkel.
3. Als het foute apparaat als standaarprinter is ingesteld, klikt u met de rechter
muisknop op het juiste apparaat en selecteert u Instellen als standaard.
De printdriver controleren
1. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te
werk:
•
Windows Vista: klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers.
•
Windows XP: klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
•
Windows 2000: klik op de taakbalk van Windows op Start, wijs Instellingen
aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram naast het apparaat en selecteer
Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Poorten om te controleren of het apparaat de juiste poort
gebruikt.
De poort die door het apparaat wordt gebruikt, is gemarkeerd en aangevinkt. Het
apparaat moet zijn ingesteld op het gebruik van een DOT4-poort of de USB00X-
poort (waarbij X wordt vervangen door een nummer).
4. Als het apparaat de verkeerde poort gebruikt, klikt u op de juiste poort om ze te
selecteren.
De poort die op dit ogenblik door het apparaat wordt gebruikt, is gemarkeerd en
aangevinkt.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd.
6. Controleer de driver weergegeven in het vervolgkeuzemenu Driver om na te gaan
of het apparaat de juiste driver gebruikt.
De naam van uw apparaat moet zijn weergegeven als de driver.
7. Als de verkeerde driver is geselecteerd, selecteert u de juiste driver in het
vervolgkeuzemenu Driver.
8. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
90
Problemen oplossen