Op het tabblad Properties (Eigenschappen) kunt
u de standaardprinterinstellingen wijzigen.
O
: gewone gebruikers kunnen de door de beheerder
PMERKING
gedefinieerde standaardinstellingen die gelden voor het hele
systeem opheffen. Als een gewone gebruiker op Apply (Toepassen)
klikt, worden deze aangepaste instellingen opgeslagen in het profiel
van de gebruiker en kunnen ze later worden gebruikt met LLPR.
Als de beheerder het configuratiehulpprogramma uitvoert,
worden de instellingen opgeslagen als de nieuwe globale
standaardinstellingen.
LLPR-eigenschappen wijzigen
U kunt de eigenschappen van de printer precies instellen in het venster
LLPR Properties (LLPR-eigenschappen).
Zo opent u dit venster:
1
Selecteer de opdracht Print (Afdrukken) in de toepassing
die u gebruikt.
2
Wanneer het venster Linux LPR wordt geopend,
klikt u op Properties.
Klik op Properties
(Eigenschappen).
D
E PRINTER GEBRUIKEN ONDER
U kunt dit venster ook op de volgende manieren openen.
• Selecteer Linux Printer en vervolgens Linux LPR via het
pictogram Startup Menu (Opstartmenu) onderaan in het scherm.
• Als het printerconfiguratievenster geopend is, selecteert u Test
Print (Afdruk testen) in het menu Print (Afdrukken).
3
Het venster LLPR Properties (LLPR-eigenschappen) wordt
geopend.
De volgende zes tabbladen bevinden zich bovenaan in het venster:
• General (Algemeen) - Hier kunt u het papierformaat, het type
papier, de papierinvoer en de afdrukstand van de documenten
wijzigen. U kunt hier ook de functie Dubbelzijdig afdrukken
inschakelen, scheidingspagina's toevoegen aan het begin
en einde, en het aantal pagina's per vel wijzigen.
• Margins (Marges) - Hier kunt u de paginamarges opgeven.
De afbeelding aan de rechterkant toont de huidige instellingen.
Deze marges zijn niet van toepassing bij het afdrukken van
gewone PostScript-gegevens.
• Image (Afbeelding) - Hier kunt u afbeeldingsopties instellen die
worden gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingsbestanden
(bijv. wanneer een niet-PostScript-document naar LLPR wordt
gestuurd op de opdrachtregel). Kleurinstellingen zijn ook van
kracht voor PostScript-documenten.
• Text (Tekst) - Hier kunt u de dichtheid van de tekst kiezen
en de syntaxkleuren in- en uitschakelen.
• HP-GL/2 - Hier kunt u standaardopties instellen voor het
afdrukken van documenten in de HP-GL/2-indeling, die wordt
gebruikt door sommige plotters.
• Advanced (Geavanceerd) - Hier kunt u de standaardinstellingen
van de printer opheffen.
Als u onderaan in het venster op de knop Save (Opslaan) klikt,
worden de opties opgeslagen voor de volgende LLPR-sessies.
Klik op knop Help als u details over de opties in het venster wilt
weergeven.
4
Om de opties toe te passen, klikt u op OK in het venster LLPR
Properties (LLPR-eigenschappen). U keert dan terug naar het
venster Linux LPR. Om te beginnen met afdrukken, klikt u op OK.
21
L
INUX