Afdrukken op transparanten
• Plaats transparanten op een horizontaal oppervlak nadat u
ze uit de printer heeft gehaald.
• Laat transparanten niet te lang in de lade liggen. Als er stof
of vuildeeltjes op komen, kunnen de afdrukken vlekkerig
worden.
• Let op dat u geen vingerafdrukken maakt op transparanten
en gecoat papier. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het
afdrukken.
• Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige
blootstelling aan zonlicht om te voorkomen dat ze vervagen.
O
: Het wordt afgeraden om transparanten met een
PGEPAST
schutvel te gebruiken, bijvoorbeeld Xerox 3R91334, omdat die
een storing kunnen veroorzaken en omdat er krassen op
kunnen komen.
Om een transparant te bedrukken:
1
Houd de lengtegeleider ingedrukt en trek hem volledig uit.
2
Plaats een transparant in de lade met de te bedrukken
zijde naar boven en de korte zijde eerst. Pas de
geleiders aan de breedte en lengte van het transparant
aan.
3
Stel voor het afdrukken de papierbron in op Handmatige
invoer en de papiersoort op Transparanten, en selecteer
vervolgens het juiste formaat in de softwaretoepassing.
Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie.
4
Druk op de knop
op de printer om het invoeren te
starten.
Afdrukken op voorbedrukt papier
• Met voorbedrukt papier wordt papier bedoeld dat al een
bepaalde opdruk heeft voordat het door de printer wordt
gevoerd (bijvoorbeeld papier met een voorbedrukt logo
bovenaan op de pagina).
• Het briefhoofd moet gedrukt zijn met hittebestendige inkt
die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen vrijgeeft als
hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de
fixeertemperatuur van de printer (180 °C).
• De inkt op voorbedrukt briefpapier mag niet ontvlambaar
zijn en mag de printerrollen niet beschadigen.
• Formulieren en papier met briefhoofd moeten worden
bewaard in een vochtbestendige verpakking om te
vermijden dat ze aangetast worden door vocht tijdens de
opslagperiode.
• Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals formulieren of
briefpapier, moet u controleren of de inkt op het papier
droog is. Tijdens het fixeerproces kan er vochtige inkt
afkomen van het voorbedrukte papier, wat ten koste gaat
van de afdrukkwaliteit.
Om af te drukken op voorbedrukt papier:
1
2
3
4
3.4
Gebruik van afdrukmedia
Houd de lengtegeleider ingedrukt en trek hem volledig uit.
Plaats het briefpapier in de lade met de bedrukte zijde
naar boven en de korte zijde eerst. Schuif de geleiders
tot tegen de rand van de stapel papier.
Stel voor het afdrukken de papierbron in op Handmatige
invoer en de papiersoort op Voorbedrukt, en selecteer
vervolgens het juiste formaat in de softwaretoepassing.
Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie.
Druk op de knop
op de printer om het invoeren te
starten.