Tabblad Papier
De volgende opties voor papierinstellingen zijn beschikbaar in het
eigenschappenvenster van de printer. Zie "Documenten afdrukken"
op pagina 5 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen
voor afdrukken.
Klik op het tabblad Papier om toegang te krijgen
tot de printereigenschappen.
1
2
3
4
5
1
Exemplaren
In het veld Exemplaren kunt u aangeven hoeveel exemplaren
u wilt afdrukken. U kunt een aantal tussen 1 en 999 invullen.
2
Formaat
In het veld Formaat stelt u in welk formaat papier in de lade ligt.
Als het vereiste formaat niet in het vak Formaat staat, klikt u op Aangepast.
Het venster Aangepast papierformaat verschijnt. Vul het papierformaat
in en klik op OK. De instelling verschijnt in de lijst zodat u deze kunt
selecteren.
3
Controleer of bij Invoer de juiste papierlade is gekozen.
Kies voor Handmatige invoer als u op speciaal materiaal wilt afdrukken,
zoals enveloppen of transparanten. Plaats één vel tegelijk in de handmatige
invoer of lade.
4
Stel Type in volgens het papier in de lade van waaruit u wenst af te
drukken. Zo krijgt u de beste afdruk. Doet u dit niet, zal de afdrukkwaliteit
mogelijk niet aan uw verwachtingen beantwoorden.
Katoen: 75~90 g/m
Normaal papier: gewoon papier. Selecteer dit type indien u een
zwartwitprinter heeft en afdrukt op katoenpapier van 60 g/m
Gerecycled papier: gerecycleerd papier van 75~90 g/m
Gekleurd papier: gekleurd papier van 75~90 g/m
5
Met Schalen kunt u uw afdruktaak automatisch of handmatig schalen
op een pagina. U hebt de keuze uit Geen, Verkleinen/Vergroten
en Aan pagina aanpassen.
• Voor meer informatie, zie "Documenten vergroot of verkleind afdrukken"
op pagina 12.
• Voor meer informatie, zie "Document aan een geselecteerd
papierformaat aanpassen" op pagina 12.
7
Standaard afdrukinstellingen
Invoer
Type
2
katoenpapier zoals Gilbert 25% en Gilbert 100%.
Schalen
2
.
2
.
2
.