veiligheid
Aansluiten en reparatie
Elektrische veiligheid
• Dit toestel mag alleen door een hiertoe bevoegd installateur
geïnstalleerd worden. Hierbij dienen de installatie v oorschriften en
de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften gevolgd te worden.
• Controleer het toestel op transportschade. Sluit een beschadigd
toestel niet aan.
• O pen nooit de behuizing van het toestel. Alleen een service -
technicus mag het toestel openen.
• M aak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt
gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te nemen,
de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in
de meterkast op nul te zetten bij een vaste aansluiting.
• Mocht er een storing optreden of is het toestel beschadigd, laat het
dan eerst deskundig repareren voordat u het in gebruik neemt.
• Reparaties mogen uitsluitend uitgevoerd worden door technici die
zijn geïnstrueerd door de servicedienst. Is het apparaat defect,
schakel dan de zekering in de meterkast uit of haal de netstekker
uit het stopcontact. Neem contact op met de klantenservice.
• Om onveilige situaties te vermijden moet een beschadigde
aansluitkabel door de servicedienst worden vervangen.
• Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet in contact kan komen met
delen van de oven die heet kunnen worden.
• Het toestel is voorzien van een stekker en mag alleen op een
geaard stopcontact worden aangesloten. De groepen in de
meterkast moeten gezekerd zijn met minimaal 16 A (C of B
karakteristiek installatie-automaat).
• Als de stekker na installatie niet meer bereikbaar is, moet de
aansluiting voorzien worden van een omnipolaire schakelaar met
een contactafstand van minimaal 3 mm.
• Gebruik geen adapters of verlengsnoeren. Deze kunnen warm
worden tijdens gebruik, waardoor brand kan ontstaan.
• Wees voorzichtig met snoeren van elektrische apparaten, zoals van
een mixer. Deze kunnen bekneld raken tussen de deur van de hete
oven.
NL 7