Hoofdstuk 5. HART Communicatie
5.12 Prestatie
5.12.1
Bemonsteringssnelheid
Alle doorstroomsnelheden worden minstens 10 maal per seconde bijgewerkt. Extra ingangen, zoals druk- en
temperatuursondes die worden gebruikt om de stromingsberekeningen te verfijnen, worden ook minstens 10 maal
per seconde bijgewerkt.
5.12.2 Opstarten
De Sentinel LCT4 doet er ca. 15 tot 60 seconden over om op te starten na de inschakeling, al naar gelang of het
niet-vluchtige geheugen vanuit de standaardinstelling wordt hersteld. Tijdens de opstart worden geen
HART-verzoeken verwerkt. De analoge uitgang staat standaard op 4 mA, totdat de primaire variabele beschikbaar is.
5.12.3 Apparaat resetten
De resetprestatie van de Sentinel LCT4 is identiek aan de opstart, beschreven in het vorige deel. De meter verlaat
altijd de vaste stroomstand voordat de werking wordt hervat.
5.12.4 Zelftest
De meter reageert op het zelftestverzoek, maar voert geen extra diagnostische functies uit. (De meter test op fouten
en rapporteert ze na elke meetcyclus.) Ondersteuning voor opdracht 41 maakt hier deel van uit, om de toekomstige
toepassing te vereenvoudigen.
5.12.5 Vertraging opdrachtrespons
Tabel 30: Slaafresponstijd
Minimum
1 ms
Gewoon
20 ms
Maximum
256 ms
5.12.6 Bezet en vertraagde respons
De Sentinel LCT4 stuurt nooit een bezet-responscode als antwoord op een opdracht. Het vertraagde
responsmechanisme wordt niet toegepast.
5.12.7 Lange berichten
Het dataveld in opdracht 21, "Read Unique Identifier Associated with Long Tag", is het grootste dat de Sentinel LCT4 zal
ontvangen. Dit bericht bevat 32 karakters (bytes). Het antwoord op opdracht 21 bevat het grootste dataveld dat door
de Sentinel LCT4 wordt verstuurd, met 18 bytes (inclusief de twee statusbytes).
5.12.8 Niet-vluchtig geheugen
De meter gebruikt een niet-vluchtig geheugen voor de opslag van de configuratieparameters. De stromingtotalen
worden ook periodiek gecached om de data te bewaren, mocht de stroom uitvallen.
5.12.9 Bedrijfstanden
De vaste stroomstand wordt toegepast met opdracht 40. Deze stand wordt gewist door stroomuitval of een reset.
5.12.10 Schrijfbescherming
De meter bevat twee schrijfbeschermingsschakelaars.
5.12.11 Schrijfbeschermingsschakelaar
De schrijfbeschermingsschakelaar activeert de schrijfbeschermingsstand en activeert de respons "In Write Protect".
Er gaat een led branden als de schrijfbeschermingsschakelaar actief is.
5.12.12 Totalenbeschermingsschakelaar
De totalenbeschermingsschakelaar wordt gebruikt om compliance met de MID-richtlijn te verzekeren. De
metertotalen kunnen niet gereset worden (opdracht 181) als de meter wordt beperkt door middel van de
totalenbeschermingsschakelaar. Er gaat een led op het voorpaneel branden als de totalenbeschermingsschakelaar
actief is.
Sentinel™ LCT4 Handleiding
85