Hoofdstuk 5. HART Communicatie
5.3
Instelling van de software voor de stromingsmeter
Voor de Sentinel LCT4 hoeft de gebruiker geen speciale instellingsprocedures uit te voeren. De meter configureert
zichzelf automatisch voor HART-communicatie tijdens de opstart. De analoge uitgang moet ingeschakeld zijn en de
stand moet op de gewenste instelling staan. Raadpleeg [I/O], analoog uitgangsmenu.
Behalve de instelling van de HART-variabelen en configuratie kan de analoge uitgang geconfigureerd worden met
één van de volgende methodes (indien beschikbaar):
• het toetsenbord van de stromingsmeter
• de PanaView™ SEN898 grafische gebruikersinterface software
De keuze van parameters is beperkt tot de keuzes in
voor de configuratie van de analoge uitgang raadpleegt u de instructies die met het apparaat zijn meegeleverd.
Sommige parameters van de stromingsmeter kunnen alleen tijdens de opstart door het HART-apparaat worden
gelezen. Aanbevolen wordt dat zowel de stromingsmeter als het HART-apparaat na de herprogrammering van de
HART-parameters opnieuw opgestart worden. Als u dat niet doet, kan dit tot foute informatie leiden of tot een
communicatiestoring tussen de stromingsmeter en het HART-apparaat.
5.4
Productinterfaces
5.4.1
Procesinterface
5.4.1.1
Sensor ingangkanalen
Eén tot vier paar akoestische opnemers zijn op het apparaat aangesloten. Bovendien kunnen tot drie ingangen
(temperatuur, druk of dichtheid) op de stromingsmeter worden aangesloten. De temperatuursondes zijn mogelijk
vierdraads PT100 RTD's of, net als de druksensoren, 4-20 mA transmitters. Raadpleeg de handleiding van de
producenten voor de aansluitingsinstructies.
5.4.1.2
Actuator uitgangkanalen
Geen van de uitgangen van de Sentinel LCT4 zijn exclusief aangewezen als externe procescontrole-actuators.
5.4.2
Hostinterface
5.4.2.1
Analoge uitgang
De Sentinel LCT4 is uitgerust met een enkele 4-20 mA uitgang (zie
geconfigureerd kan worden met de software voor de interne levering van 24 V (actief) of voor regeling van de stroom
via een externe bron (passief). Op beide standen wordt het HART-communicatiekanaal ondersteund.
Parameter
Lineair overbereik
Indicatie apparatuurstoring
Maximale stroom
Meerpuntsstroomvoorziening
Opstartspanning
5.5
Apparaatvariabelen
De hoeveelheid en complexiteit van de doorstroomsnelheden, de secundaire metingen en diagnostiek op de lijst
maakt een uitwerking in de FDS niet mogelijk. Raadpleeg Hoofdstuk 3
parameter. Alle Sentinel LCT4
74
Tabel 12: Overbereik lineaire analoge uitgang
Richting
Omlaag
Omhoog
Omlaag: minder
dan
Omhoog: groter
dan
staan in
. Voor het gebruik van het HART-apparaat
hieronder voor specificaties), die
Waarden
(bereikpercentage)
-0,6% ± 1,0%
3,89 tot 3,92 mA
+105,0% ± 1,0%
20,64 tot 20,96 mA
-1,0%
3,84 mA
+110,0%
21,6 mA
+112,5%
22,0 mA
4,0 mA
4,5 V
, voor meer informatie over elke
hieronder weergegeven.
Waarden
(ma of V)
Sentinel™ LCT4 Handleiding