Hoofdstuk 7. Troubleshooting
7.5
Opnemerproblemen
De opnemers van de Sentinel LCT4 zijn robuuste, betrouwbare toestellen die niet in contact komen met de
procesvloeistof. Als erratische of onjuiste waarden herleid kunnen worden tot een probleem met een of meer
opnemers, of als een opnemer beschadigingen heeft opgelopen, dan beschikt het veldserviceteam van Panametrics
over de juiste methodes en gereedschap om de opnemer te vervangen en de nauwkeurigheid van uw
stromingsmetersysteem te handhaven. Neem contact op met uw Panametrics-vertegenwoordiger om een afspraak
te maken.
7.6
Audittrail
De Sentinel LCT4 traceert alle veranderingen van de programmering, de meterstatus (stroom aan, stroom uit),
foutstatus, wijzigingen van datum/tijd, enz.
7.6.1
Audit logboek
Het Audit logboek van de Sentinel LCT4 documenteert de systeemactiviteit in een leesbaar logboek en slaat de data
op in een vast geheugen. De activiteitstypes die in het logboek worden opgenomen zijn:
• Stroom aan/Resetten
• Parameterwijziging
• Alarmsignalen
• Fout
• Kalibratiewijziging
• Standaardmeter
• Site opslaan/herstellen/wissen
• Meter upgraden
Het gebruik van extra formattering maakt de afleesbaarheid beter. De meter kan tot 1000 audit- en of
gebeurtenisrecords opslaan. Wanneer het logboek vol raakt, wordt het oudste record van de audittrail door het
nieuwste record vervangen. Dit circulaire logboek stelt de gebruiker in staat altijd de laatste 1000 records te bekijken.
Het audit logboekbestand wordt gedownload met de PanaView SEN898 software, en wordt niet op het display van de
meter weergegeven. Het bestand wordt als een tekstbestand geopend en de volgende onderdelen maken
onderdeel uit van elk record:
• Rec# - Het nummer van de gebeurtenis of het record (1-1000)
• Date - De datum waarop de gebeurtenis zich heeft voorgedaan (mm/dd/jjjj)
• Time - De tijd waarop de gebeurtenis zich heeft voorgedaan (uu:mm:ss)
• Source - Het kanaal waarop de gebeurtenis zich heeft voorgedaan. Dit omvat ook de meterbron of
I/O-bronnen.
• ID - De bijbehorende parameter-ID van de waarde die is veranderd
• Name - Naam van de gebeurtenis
• Auth. - Beveiligingsniveau
• Old - Originele waarde van de parameter, versie of fout
• New - De nieuwe waarde van de parameter, versie of fout. Dit omvat ook metergebeurtenissen, zoals
alarmsignalen die zijn geactiveerd of stroomgebeurtenissen zonder eerdere waarden.
7.6.1.1
Stroom aan/Resetten
Het audit logboek kan worden gebruikt om de start- of resettijd van de meter te bepalen. "Stroom aan" is gewoonlijk
het eerste record van het audit logboekbestand, tenzij het was vervangen (na 1000 invoeren).
7.6.1.2
Parameterwijziging
Het auditlogboek controleert alle parameters die gevolgen kunnen hebben voor de stromingsmeting en
documenteert alle wijzigingen van deze parameters.
7.6.1.3
Alarmsignalen
Het audit logboek documenteert een alarmgebeurtenis.
104
Sentinel™ LCT4 Handleiding