Hoofdstuk 7. Troubleshooting
7.2.4
E3: Velocity Range Error
Probleem: De snelheid overschrijdt de limieten die onder de optie Error Limits van het Gebruikersprogramma zijn
geprogrammeerd.
Oorzaak:
Deze fout kan worden veroorzaakt door de invoer van onjuiste gegevens, door slechte
stromingsomstandigheden en/of door te grote turbulentie.
Actie:
Zorg ervoor dat de eigenlijke stromingssnelheid binnen de ingestelde limieten valt. Controleer ook de
waarde die is ingevoerd in de optie Error Limits, zoals beschreven op pagina 55. Raadpleeg
te corrigeren. Als dit probleem niet verholpen kan worden en er schijnen geen vloeistof- of
leidingproblemen te zijn, dan kunt u overwegen om de optie
activeren.
7.2.5
E4: Signal Quality Error
Probleem: De signaalkwaliteit overschrijdt de limieten die onder de optie Error Limits van het
Gebruikersprogramma zijn geprogrammeerd.
Oorzaak:
De piek van de bovenstroomse of benedenstroomse correlatiesignalen is onder de correlatiepieklimiet
gedaald, zoals ingevoerd voor de optie Error Limits in
worden veroorzaakt door een probleem met de stroomcel of met de elektra.
Actie:
Neem contact op met Panametrics.
7.2.6
E5: Amplitude Error
Probleem: De signaalamplitude overschrijdt de limieten die onder de optie Error Limits van het
Gebruikersprogramma zijn geprogrammeerd.
Oorzaak:
Het is mogelijk dat er vaste of vloeibare deeltjes in de stroomcel aanwezig zijn. De fout kan ook zijn
veroorzaakt door een slechte verbinding van de opklembare opnemers.
Actie:
Neem contact op met Panametrics.
7.2.7
E6: Cycle Skip, Acceleration Error
Probleem: De versnelling overschrijdt de limieten die onder de optie Error Limits van het Gebruikersprogramma zijn
geprogrammeerd.
Oorzaak:
Deze situatie wordt gewoonlijk veroorzaakt door erratische stromingscondities.
Actie:
Neem contact op met Panametrics.
7.2.8
E7: Analog Output Error
Probleem: De huidige instelling ligt buiten de geprogrammeerde limieten.
Oorzaak:
De berekende uitgangswaarde overschrijdt de geprogrammeerde limieten.
Actie:
Controleer of de basis- en bereikinstelling van de 4-20 mA lusconfiguratie juiste zijn voor het proces.
Herzie het uitgangsbereik zo nodig.
7.2.9
E13: Settle Tracking AGC
Probleem: De meter kan het signaal niet vinden waar het wordt verwacht.
Oorzaak:
De leiding kan leeg zijn of de eigenlijke geluidssnelheid ligt buiten het geprogrammeerde bereik.
Actie:
Controleer de instellingen van de vloeistofgeluidssnelheid en het vloeistoftype.
7.2.10 E14: Tracking Seek Mode
Probleem: Het signaal is intermitterend.
Oorzaak:
Afwijkingen van de vloeistofkenmerken, zoals multifase stroming, flashing, gasbellen of snel wijzigend
vloeistoftype zorgen ervoor dat de meter zich met moeite op het signaal kan vergrendelen.
Actie:
Controleer de procescondities. Als er thermische isolatie aanwezig is, zorg ervoor dat de toepassing
gelijkmatig is om hete en koude plekken te voorkomen.
98
en
om mogelijke problemen
[meeloopvensters] te
. Dit kan
Sentinel™ LCT4 Handleiding