Parameter 45 STORINGSLIJST voor WP-type 2 en 3: aflezen van alle opgetreden storingen van de storingslijst
Oorzaak
Storing
De gedefinieerde minimale
BRON MIN
brontemperatuur werd onderschreden.
De verzamelstoring van de IWS is in
VERZAMELSTORI N G
werking getreden.
De hoge- of lagedrukbeveiliging van
HD/ND-FOUT
de warmtepomp is in werking
getreden.
De vorstbeveiligingsvoeler van de
VORSTBEVEIL
IWS is defect. Probleem bij het
ontdooien.
De ventilatorbewaking van de IWS
RELAIS
heeft een storing in de relais sturing.
STURING
De ventilatorbewaking van de IWS
heeft een storing in het relais niveau
RELAIS NIVEAU
De draaiknop van de IWS is defect
DRAAI S CHAKELAAR
of werd versteld
De hakenschakelaars van de IWS zijn
Hakenschakelaar
niet gesloten
IWS-hardware-storing
Hardware-storing
Quik-start:
Parameter 42
Check alle warmtepomp-compressoren door
een quick-start
Relaistest
Parameter 43
: : : : :
Test alle relais in de WPM
Instelling IWS
Parameter 48
Softwarecontrole van de instellingen van de
draaischakelaar (IWS)
Installatie-analyse
Parameter 49
Installatie-analyse ter controle van alle
aanwezige BUS-deelnemers en van de
ingeschakelde compressortrappen
IWS resetten
Parameter 51
Reset de IWS, om zo de opgeslagen fouten
weer te wissen
28
Storingsaanduiding op de display:
voelerstoring
: : : : :
De storingscode heeft betrekking
op de temperatuurvoeler, die onder
:
de installatieparameter Info. Temp.
opgevraagd kan worden. Bij een storing
worden de fouten niet in de foutlijst,
parameter 73, opgenomen. De installatie
wordt niet uitgeschakeld. Na het
: : : : :
verhelpen van de storing verdwijnt de
aanduiding direct van de display.
De lijst onder de installatie-parameter INFO
TEMP a.u.b. in acht nemen (zie pagina 9).
Oplossing
Minimale brontemperatuur controleren, indien nodig wijzigen. Bron-volumestroom
controleren: bronberekening controleren.
Parameterpunt BRON controleren.
Bron-volumestroom controleren.
Bronberekening controleren.
Beveiligingen K1 en K2 controleren
Hogedrukbeveiliging:
Parameter RETOUR-MAX (max. retourtemperatuur) controleren.
Volumestroom en temperatuur aan de verwarmingszijde controleren.
Aankoppeling van de aanvoer- en retourvoeler controleren.
Lagedrukbeveiliging (WPF-M en TTF-M):
Volumestroom en temperatuur aan de bronzijde controleren.
Vulhoeveelheid koelmiddel controleren (peilglas).
Lagedrukbeveiliging (WPL en TTL):
Is de verdamper bevroren?
⇒
handmatige ontdooiing starten
⇒
ontdooiing controleren
Heeft er koelmiddelgelekt?
⇒
vulhoeveelheid controleren (peilglas)
⇒
storingsdienst op de hoogte brengen
Klemnippels van de vorstbeveiligingsvoeler controleren. Voeler
vervangen.Ontdooien (parameter 38).
Met parameter 51 RESET WP kan de installatie gereset worden.Bij vaker optreden
van deze storing dient de storingsdienst op de hoogte te worden gebracht.
Met parameter 51 RESET WP kan de installatie gereset worden.Bij vaker optreden
van deze storing dient de storingsdienst op de hoogte te worden gebracht.
Met parameter 51 RESET WP kan de installatie gereset worden.Bij vaker optreden
van deze storing dient de storingsdienst op de hoogte te worden gebracht.
De hakenschakelaars sluiten.
Met parameter 51 RESET WP kan de installatie gereset worden.Bij meermaals
optreden van deze storing dient de storingsdienst op de hoogte te worden gebracht.