Bedieningsvoorschriften
1 Blik op het toestel
1
2
3
4
5
11
G
F
E
1.1
Beschrijving van het apparaat
De warmtepompmanager van de tweede
generatie, afgekort WPM II, zorgt voor de
besturings- en regelingstechnische processen
van alle Stiebel Eltron-warmtepompen.
Via de digitale busaansluiting worden de
aangesloten warmtepompen aangestuurd en
worden de gegevens in twee richtingen
overgedragen.
Met de WPM II kunnen de volgende
warmtepomptypes worden aangestuurd:
!
WPWE (TTW) 5, 8, 11, 14 KW
!
WPL (TTL) 10 KW, 15 KW, 20 KW,
25 KW, 30 KW
!
WPF (TTF) 5, 7, 10, 13,
!
WPL (TTL) 13, 18, 23, 33
!
WPF (TTF) 5, 7, 10, 13
!
WPF-M (TTF-M) 10, 13, 18
Cascaderegeling
Voor het opwekken van warmte kunnen
maximaal 6 niveaus worden aangestuurd. De
toegestane maximale configuratie voor de
cascaderegeling is afhankelijk van het
warmtepomptype.
!
6x een-compressoren WP
!
3x twee-compressoren WP met gelijke
compressoren
!
2x twee-compressoren WP met ongelijke
compressoren
!
vanaf de derde aangesloten warmtepomp,
moet er een MSM voor de aansturing van
de WP-circulatiepompen worden gebruikt
2
(voor de gebruiker en de vakman)
A
D
C
Overzicht functies
! RS 232-interface voor instelling en
controle via PC
! Door driedraads-databus snelle installatie
en systeemuitbreiding door mengmodule
MSM
! Aansturing van een tweede warmtebron
voor warm water en verwarming
! 9 temperatuuringangen voor weergave
instelwaarde/werkelijke waarde
! Indien nodig schakeling van 7
verschillende circulatiepompen
! Invoer van de vorstbeveiligingsgrenzen
m.b.t. installatie en warmtepompen
! Tenminste 10 h gangreserve van de timer
! Automatische pompkickschakeling
! Resetmogelijkheid
! Storingslijst met nauwkeurige
displayweergave van de storingscodes, de
datum en de tijd
! Snelle en nauwkeurige storingsdiagnose
d.m.v. installatie-analyse incl. het opvragen
van de temperaturen van warmtepomp
en periferie zonder hulptoestel
! voorinstellingen van de timerprogramma's
voor alle verwarmings- en warmwater-
circuits
! Zonne-differentiaalregelaar of warmte-
energiemeter geïntegreerd
6
7
8
9
10
B
A Display
B Draaiknop
C Draaischakelaar reset / auto
D Toets programmering
E
Controlelampje programmering
F
Optische interface RS 232
G Klepje (open)
Statusaanduiding installatie
Statusaanduiding installatie
Statusaanduiding installatie
Statusaanduiding installatie
Statusaanduiding installatie
1 Mengventiel gaat open
2 Mengventiel gaat dicht
3 Circulatiepomp verwarmingscircuit
2, 'mengcircuit'
4 Circulatiepomp verwarmingscircuit
1, 'radiatorcircuit'
5 Warmwaterbereiding
6 Compressor 1
7 WP-circulatiepomp 1
8 Compressor 2
9 WP-circulatiepomp 2
10 10 2e warmtebron (verwarming)
11 Menu
1.2 Bedienings- en
montagevoorschriften
Naast deze gebruiksaanwijzing dient u
ook te letten op de aanwijzingen die
behoren bij de gebruikte
componenten.
Afhankelijk van de installatie
moeten bovendien de gebruiks- en
montageaanwijzingen van de onderdelen
die bij het apparaat horen, worden
opgevolgd!
1.3 Onderhoud en controle
Onderhoudswerkzaamheden, zoals
de controle van elektrische
aansluitingen, mogen alleen worden
uitgevoerd door een vakman. Tijdens het
inbouwen dient het apparaat tegen stof en
vuil beschermd te worden.
De kunststof onderdelen kunnen met een
vochtige doek worden gereinigd. Gebruik
geen reinigingsmiddelen die schuren of
oplossen!