Belangrijk:
De tractie en de doorslipbeheersing
van de banden is afhankelijk van de verhouding
van de maat van de voor- en achterbanden.
Gebruik alleen originele banden van Toro.
4
De middelste maai-eenheid
vooraan horizontaal stellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Opmerking:
Voer deze procedure uit op een vlak,
horizontaal oppervlak.
Zie
De maaihoogte instellen (bladz.
1.
Draai de messen op de buitenste assen totdat
de uiteinden in de lengterichting liggen.
2.
Meet de afstand van de grond tot de voorste
rand van het mes.
3.
Plaats opvulstukken (3 mm) op de voorste
zwenkwielarmen(en) naargelang de gewenste
maaihoogte.
4.
Draai de messen 180° en meet vanaf de grond
tot de mespunt die naar achteren wijst.
5.
Draai de onderste bouten los op de U-bout in
de maaihoogteketting.
6.
Stel de moeren af om de achterzijde van de
maai-eenheid omhoog of omlaag te brengen
zodat de mespunten aan de achterzijde 6 tot
10 mm hoger staan dan de voorste mespunten.
7.
Draai de contramoeren vast.
De winglet-maaidekken
op dezelfde hoogte als de
middelste maai-eenheid
vooraan brengen
Geen onderdelen vereist
Procedure
1.
2.
31).
1. Winglet
2. Scharnierpen
3. Aanslagbout
3.
4.
20
5
Draai het mes op elke winglet zodat hij van
zijkant naar zijkant wijst.
Draai de bouten en moeren los waarmee de 2
excentrische afstandsstukken vastzitten aan de
winglets
(Figuur
7).
Figuur 7
Draai aan de voorwaartse excentriek tot deze
de maximale speling bereikt tot het binnenste
gleufoppervlak van de draaibeugel van de
winglet.
Draai de achterste excentriek (het dichtst bij
de tractie-eenheid) tot het uiteinde van het
buitenste blad ongeveer 3 mm hoger is dan de
gewenste maaihoogte
g008868
4. Excentriek
5. Bovenste opening
(Figuur
7).