Onderhoudsinterval
Om de 250 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
Om de 500 bedrijfsuren
Om de 800 bedrijfsuren
Om de 1000 bedrijfsuren
Om de 1500 bedrijfsuren
Om de 2000 bedrijfsuren
Om de 3000 bedrijfsuren
Om de 6000 bedrijfsuren
Vóór de stalling
Om de 2 jaar
Onderhoudsprocedure
• De wielmoeren controleren.
• De luchtfilterelementen controleren en reinigen. Vervang het luchtfilterhuis indien
dit beschadigd is.
• Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse
slangklemmen.
• Spanning van de riem van de 12V-wisselstroomdynamo controleren.
• Reinig de luchtfilters in de cabine en vervang ze als ze versleten zijn of heel erg vuil.
• De airconditioning reinigen (vaker in erg stoffige, vuile omstandigheden).
• Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.
• Vervang het brandstof/waterscheider element.
• Vervang de luchtfilterelementen.
• De motorolie verversen en het oliefilter vervangen.
• Het brandstoffilterelement vervangen.
• Zwenkwielsets van maai-eenheden controleren.
• Brandstoftank aftappen en reinigen.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt
gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische vloeistof verversen.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt
gevuld met een andere vloeistof, moet u het hydraulische filter vervangen (eerder
als de onderhoudsintervalindicator in de rode zone staat).
• De speling van de inlaat- en uitlaatklep controleren en afstellen.
• Het tractiepedaal kalibreren.
• Controleer het toespoor van het achterwiel.
• De spanning van de riem van de 24V-wisselstroomdynamo en de
AC-compressorriem controleren.
• De riemen van de mesaandrijving vervangen.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u het hydraulische filter
vervangen (eerder als de onderhoudsintervalindicator in de rode zone staat).
• De EGR-koeler van de motor reinigen.
• Het ontluchtingssysteem van het carter controleren.
• Brandstofslangen en motorkoelvloeistofslangen controleren en vervangen.
• De inlaat- en uitlaatkleppen van de motor wetten of afstellen (indien nodig).
• Spoel het koelsysteem van de motor schoon en ververs de vloeistof.
• Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u de hydraulische
vloeistof verversen.
• Controleer en reinig (indien nodig) de onderdelen van het controlesysteem van de
emissie van de motor en de turbocompressor.
• De brandstofinjectors controleren en reinigen.
• Demonteer het roetfilter van het DPF, maak het schoon en monteer het geheel weer.
Of maak het roetfilter schoon als motorfouten
3720
16worden weergegeven in het InfoCenter.
SPN
FMI
• Brandstoftank aftappen en reinigen.
• Tap de hydraulische tank af en spoel deze schoon.
• Loszittende slangen vervangen.
SPN
63
3720
16,
3720
FMI
SPN
FMI
0, of