Figuur 4
1. Winglet
2. Scharnierpen
3. Bout
5.
Monteer de moeren waarmee de aanslagbouten
bevestigd zijn.
Opmerking:
Draai de moeren nu nog niet aan.
6.
Herhaal deze procedure bij de winglet aan de
linkerkant.
7.
Installeer de wingletriemen als volgt:
A.
Leg de riem rond de aspoelie van de winglet
en de aspoelie van het voorste maaidek
(Figuur
5).
Figuur 5
1. Aspoelie van winglet
2. Aspoelie van voorste
maaidek
g008868
4. Excentriek
5. Onderste opening
g009155
3. Spanpoelie
B.
Gebruik een ratelsleutel of soortgelijk
gereedschap om de spanpoelie weg te
houden van de poelies
C.
Leg de riem rond de aspoelie van de winglet
en de bovenste aspoelie van het voorste
maaidek.
D.
Laat de riemschijf los om spanning op de
riem te krijgen.
8.
Monteer de maaidekkap van de winglet en maak
het vast met de rubberen vergrendeling
6).
Opmerking:
van het voorste middenmaaidek schuift voordat
u dit op de montagehaken en stang plaatst.
9.
Herhaal deze procedure bij de andere winglet.
1. Deksel
2. Rubberen vergrendeling
3
De druk in de banden en
zwenkwielen controleren
Geen onderdelen vereist
Procedure
Controleer vóór gebruik de spanning van de
banden en zwenkwielen; zie
controleren (bladz. 31)
zwenkwielen controleren (bladz.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat alle banden steeds de
juiste bandenspanning hebben; hierdoor kan de
machine optimale maaiprestaties leveren en goed
functioneren. Pomp de banden niet te zacht op.
19
(Figuur
5).
Zorg dat u de kap onder de lipjes
Figuur 6
3. Lipjes kap voorste
middelste maaidek
4. Montagehaken
De bandenspanning
en
De bandenspanning van de
31).
(Figuur
g009156