1
2
3
Opmerking
Bij het invoeren van een faxnummer kunt u een komma (,) invoeren voor een spatie. Geef de letter
R op wanneer u wilt dat het apparaat op een kiestoon wacht.
4
5
Sneltoetsen instellen voor alternatief internationaal bellen
Als u gebruik maakt van een alternatieve aanbieder, kunt u een sneltoets instellen waarmee het
toegangsnummer vóór een faxnummer wordt gekozen. Druk desgewenst op deze sneltoets, voer
het faxnummer in en druk op faxen/versturen. Zowel het toegangsnummer en het faxnummer
worden dan samen gekozen. Wanneer het toegangsnummer bijna altijd wordt gekozen wanneer u
een fax verstuurt, is het mogelijk eenvoudiger om het toegangsnummer als een kiesvoorvoegsel in
te stellen (zie
Opmerking
Snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes kunnen gemakkelijker worden ingesteld via de
software. Deze is niet beschikbaar in Windows 95. Raadpleeg de Help van de software voor meer
informatie over het instellen van snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes.
Voer deze procedure uit wanneer het toegangsnummer uit meer dan 10 tekens bestaat of
wanneer u het toegangsnummer slechts af en toe gebruikt.
1
2
3
90 7 Faxen
Druk op adresboek, voer een niet-geprogrammeerde snelkiescode in en druk op
menu/invoer.
OF
Druk op een niet-geprogrammeerde snelkiestoets. Het bedieningspaneel geeft nu aan dat de
snelkiescode of de sneltoets nog niet geprogrammeerd is.
Druk op menu/invoer om de snelkiescode of de sneltoets te programmeren.
Voer het faxnummer in en druk op menu/invoer. Vergeet niet om spaties en noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een
PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen. Zie
invoeren
voor nadere informatie.
Voer een naam in voor het faxnummer. Druk een aantal malen op de alfanumerieke knop voor
de gewenste letter, totdat deze wordt weergegeven. (Zie
letters.)
Druk op menu/invoer om de informatie op te slaan.
Een kiesvoorvoegsel
Voer stap 1 tot en met 6 van
faxnummer invoert, moet u mogelijk de volgende handeling uitvoeren:
• Als u tijdens het invoeren van het nummer moet wachten op een kiestoon, moet u één of
meer pauzes van drie seconden invoeren door op pauze/opnieuw kiezen te drukken.
• Geef een pincode op als dit van toepassing is.
Wanneer u klaar bent met het invoeren van het toegangsnummer, drukt u op pauze/opnieuw
kiezen. Met een pauze aan het einde van de reeks geeft u aan dat dit nummer alleen mag
worden gekozen wanneer u het faxnummer kiest.
Ga door met stap 7 tot en met 10 van
invoegen).
Snelkiescodes en sneltoetsen instellen
Snelkiescodes en sneltoetsen
Tekens invoeren
voor een lijst met
uit. Wanneer u het
instellen.
Tekens
NLWW