Faxen ontvangen op de computer
Om faxen te kunnen ontvangen op uw computer, moet u de optie Ontvangen naar PC inschakelen
in de software (raadpleeg de Help van de software). Als u een telefoonlijn hebt waarop zowel
faxberichten als telefoongesprekken worden ontvangen (een gedeelde lijn) en een
antwoordapparaat of voicemail per computer op deze lijn hebt, moet u het antwoordapparaat of de
voicemail uitschakelen om faxen op de computer te kunnen ontvangen. Hebt u dit niet, dan
worden alle gesprekken beantwoord met het antwoordapparaat of met het
computerfaxprogramma. Vanwege deze beperkingen kiezen de meeste gebruikers ervoor om
faxen op het apparaat te ontvangen.
Deze instelling kan alleen op de computer worden ingeschakeld. Wanneer de computer om welke
reden dan ook niet langer beschikbaar of toegankelijk is, voert u onderstaande procedure uit om
de instelling Ontvangen naar PC uit te schakelen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat.
De instelling Ontvangen naar PC uitschakelen in het
bedieningspaneel
1
2
3
4
Opmerking
U kunt de optie voor het ontvangen op de pc niet gebruiken als het apparaat is verbonden met een
netwerk of wanneer u de software voor Macintosh gebruikt.
Snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes
Veelgebruikte faxnummers of groepen faxnummers kunt u opslaan onder sneltoetsen,
snelkiescodes of groepkiescodes.
In het adresboek zijn 275 codes beschikbaar die kunnen worden gebruikt voor sneltoetsen,
snelkiescodes en groepkiescodes. Als u bijvoorbeeld 225 codes programmeert als snelkiescodes,
blijven er nog 50 codes over voor groepkiescodes.
Voer de volgende procedures uit als u snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes wilt
gebruiken.
Snelkiescodes en sneltoetsen instellen
De snelkiescodes 1 tot 9 corresponderen tevens met de sneltoetsen op het bedieningspaneel. De
sneltoetsen kunnen worden gebruikt voor snelkiescodes of groepkiescodes. U kunt maximaal 50
tekens invoeren per faxnummer.
Opmerking
snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes kunnen gemakkelijker worden ingesteld via de
software. Raadpleeg de Help in de software voor meer informatie over het instellen van
snelkiescodes, sneltoetsen en groepkiescodes.
88 7 Faxen
Druk op menu/invoer.
Selecteer met knop < of > de optie Faxfuncties en druk op menu/invoer.
Selecteer met de knop < of de > de optie Naar pc stoppen en druk vervolgens op
menu/invoer om de selectie te bevestigen.
Wanneer de optie Naar pc stoppen is geselecteerd, worden faxen die nog in het geheugen
van het apparaat zijn opgeslagen, afgedrukt.
NLWW