U kunt de instellingen in de printereigenschappen aanpassen aan de soort afdrukopdrachten die u
afdrukt. De volgende instellingen zijn beschikbaar, afhankelijk van de printerdriver die u gebruikt.
Opmerking
Wanneer u de resolutie wijzigt, wordt de opmaak van de tekst mogelijk gewijzigd.
Kwaliteitinstellingen voor afdrukken tijdelijk wijzigen
Als u de kwaliteitinstellingen voor afdrukken alleen voor het huidige programma wilt wijzigen,
opent u de eigenschappen via het menu Printerinstelling in het programma waarmee u afdrukt.
Zie
Kwaliteitsinstellingen voor afdrukken wijzigen voor toekomstige
opdrachten
U hebt toegang tot de kwaliteitsinstellingen voor afdrukken via Instellingen en Printers in het menu
Start van Windows. Vervolgens opent u de eigenschappen voor het apparaat. U vindt deze
instellingen op het tabblad Afwerking (Windows) onder Afdrukkwaliteit in de
printereigenschappen. Klik op Details om de instellingen gedetailleerd weer te geven. Bij
Macintosh OS 9.1 kiest u Afbeeldingen-opties.
EconoMode (toner besparen) inschakelen
Als u de EconoMode gebruikt, kunt u langer doen met een inktcartridge. Bij EconoMode wordt
aanzienlijk minder toner gebruikt dan bij de optie voor normaal afdrukken. Er worden lichtere
afdrukken gemaakt die geschikt zijn als klad- of proefversie.
Open de printereigenschappen om EconoMode te activeren. Op het tabblad Afwerking onder
Afdrukkwaliteit (Windows) of bij Afbeeldingen-opties (Macintosh OS 9.1), selecteert u
EconoMode. Bij Macintosh OS X gebruikt u het hulpprogramma voor apparaatconfiguratie:
1
2
3
4
5
Opmerking
Zie
afdrukopdrachten.
NLWW
Beste kwaliteit (ProRes 1200): U drukt af met 1200 dpi (dots per inch). Dit levert de beste
afdrukkwaliteit.
Sneller afdrukken (FastRes 1200): De resolutie wordt anders opgebouwd, zodat de
opdracht sneller kan worden afgedrukt. Dit is de standaardinstelling.
1200 dpi
600 dpi
300 dpi
Aangepast: U drukt af als met de instelling Sneller afdrukken, maar u kunt de schaalpatronen
veranderen.
EconoMode (toner besparen): Tekst wordt afgedrukt met minder toner. Deze instelling is
handig als u een kladversie wilt afdrukken.
Instellingen wijzigen met de computer
Open HP LaserJet Director.
Klik op Extra.
Kies Apparaatconfiguratie.
Kies vervolgens het tabblad Afdrukken.
In het menu voor afdrukkwaliteit schakelt u de optie EconoMode in.
Instellingen wijzigen met de computer
voor meer informatie.
voor het inschakelen van EconoMode voor toekomstige
Instellingen voor afdrukkwaliteit 43