Inhoudsopgave
Advertenties
Foutberichten
Foutcode en bericht
02
LAN ERROR- INTERNAL
LOOPBACK
03
LAN ERROR- EXTERNAL
LOOPBACK
07
LAN ERROR- CONTROLLER
CHIP
08
LAN ERROR- INFINITE
DEFERRAL
09
LAN ERROR- BABBLE
0A
LAN ERROR- NOSQE
0C
LAN ERROR- RECEIVER
OFF
0D
LAN ERROR- TRANSMITTER
OFF
0E
LAN ERROR- LOSS OF
CARRIER
10
LAN ERROR- UNDERFLOW
214 16 Netwerkproblemen oplossen
Beschrijving
Bij de zelftest heeft de afdrukserver een interne rondkoppeling gevonden.
Wellicht is de afdrukserver defect. Als de fout zich blijft voordoen, moet u de
afdrukserver vervangen.
De afdrukserver is niet goed aangesloten op het netwerk of is defect.
Controleer de aansluitingen van de afdrukserver op het netwerk. Controleer
verder de bekabeling en de aansluitingen.
Controleer de netwerkverbindingen. Als de verbindingen intact zijn, voert u
de opstartzelftest uit: zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als de fout
zich blijft voordoen, moet u de afdrukserver vervangen.
Er is stagnatie in het netwerkverkeer.
Opmerking: deze fout kan zich niet voordoen als de afdrukserver niet is
aangesloten op het netwerk.
Controleer de netwerkverbindingen. Als de verbindingen intact zijn, voert u
de opstartzelftest uit: zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als de fout
zich blijft voordoen, moet u de afdrukserver vervangen.
Controleer de netwerkverbindingen. Als de verbindingen intact zijn, voert u
de opstartzelftest uit: zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als de fout
zich blijft voordoen, moet u de afdrukserver vervangen.
Er kan een probleem zijn met de netwerkbekabeling of de afdrukserver.
Controleer de bekabeling en de connectors op uw Ethernet-netwerk. Als u
geen probleem kunt vinden met uw netwerkbekabeling, voert u de
opstartzelftest uit: verwijder de connector van de voedingsmodule op de
afdrukserver en breng deze weer aan. Als de fout zich blijft voordoen, is er
een probleem met de afdrukserver.
Er kan een probleem zijn met de netwerkbekabeling of de afdrukserver.
Controleer de bekabeling en de connectors op uw Ethernet-netwerk. Als u
geen probleem kunt vinden met uw netwerkbekabeling, voert u de
opstartzelftest uit: verwijder de connector van de voedingsmodule op de
afdrukserver en breng deze weer aan. Als de fout zich blijft voordoen, is er
een probleem met de afdrukserver.
Controleer de netwerkverbindingen. Als de verbindingen intact zijn, voert u
de opstartzelftest uit: verwijder de connector van de voedingsmodule op de
afdrukserver en breng deze weer aan. Als de fout zich blijft voordoen, moet
u de afdrukserver vervangen.
Er kan een probleem zijn met de netwerkbekabeling of de afdrukserver.
Controleer de bekabeling en de connectors op uw netwerk. Als u geen
probleem kunt vinden met uw netwerkbekabeling, voert u de opstartzelftest
uit: verwijder de connector van de voedingsmodule op de afdrukserver en
breng deze weer aan. Als de fout zich blijft voordoen, is er een probleem
met de afdrukserver.
NLWW
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
