Basisfuncties voor faxen
•
Superfijn: originelen met zeer kleine details. De modus
Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het apparaat
waarmee u communiceert deze resolutie ondersteunt.
• Verzenden vanuit het geheugen is niet mogelijk in de
modus Superfijn. De resolutie-instelling wordt
automatisch gewijzigd in Fijn.
• Als het apparaat ingesteld is op de resolutie Superfijn,
maar het ontvangende faxapparaat de resolutie
Superfijn niet ondersteunt, wordt de fax verzonden in
de hoogste resolutie die het ontvangende faxapparaat
ondersteunt.
•
Fotofax: originelen met grijstinten of foto's.
•
Kleurenfax: originelen met kleuren.
• Verzenden vanuit het geheugen is niet beschikbaar in
deze modus.
• U kunt alleen een kleurenfax verzenden als het
apparaat waarmee u communiceert, de ontvangst van
een kleurenfax ondersteunt en als u de fax handmatig
verzendt.
3
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Tonersterkte
U kunt de helderheid van het originele document selecteren.
De ingestelde helderheid geldt voor de huidige faxtaak.
Zie de handleiding Geavanceerd om de
standaardinstelling te wijzigen.
1
Selecteer
(faxen) >
Tonersterkte op het bedieningspaneel.
Of selecteer Fax > selecteer een type fax zoals
Handmatig verzenden, M. hoorn op haak kiezen,
Uitgesteld verzenden enz. >
Tonersterkte op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste tonerinstelling.
3
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
gereedmodus.
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
(Menu) > Faxfunctie >
(instellingen) >
79